Skip naar content
Skip naar content

Verdieping Aan de slag met NFT’s? Dit zijn voorbeelden van andere makers

Digitale eigendomscertificaten, ook wel bekend als NFT’s, bieden serieuze kansen voor kunstenaars en creatieve makers. Als je het goed aanpakt, kan het zorgen voor nieuwe verdienmodellen, nieuwe manieren om je werk aan de man te brengen en voor een nieuw of zelfs breder publiek. Maar hoe pak je dat nu aan? In dit artikel lichten we een aantal inspirerende voorbeelden uit. Mét een analyse van Maarten Bas-Backer, expert digitalisering en adviseur voor creatief ondernemers, die vertelt wat deze voorbeelden nu zo interessant maakt.

1. Hugo Korhonen: twintig jaar oud en succesvol NFT-fotograaf

Laten we eerst eens inzoomen op een fotograaf die door of dankzij NFT’s succesvol is geworden. De Finse Hugo Korhonen is pas twintig jaar oud, en nu al een naam in de digitale kunstwereld. Fotografie, vertelt hij, trok hem door een moeilijke periode in zijn leven, toen hij op de middelbare school flink gepest werd. De foto’s maakte hij vooral voor zichzelf. Dat veranderde toen hij een foto op Instagram plaatste. Niets bijzonders, dacht hij zelf, tot de foto viral ging.

Bijzonder én interessant aan Hugo Korhonen is dat hij zowel op het gebied van fotografie als op het vlak van NFT’s autodidact is. Hij heeft zélf zijn weg in deze wereld gevonden en is er ook zeer actief in. Voor andere kunstenaars die meer willen weten over NFT’s is hij zeker het volgen waard. Op zijn socialmediakanalen, in podcasts en in interviews is hij zeer open over zijn aanpak in de online kunstwereld. Zo heeft de fotograaf een YouTube-kanaal waar hij terugblikt op zijn eigen werk, tutorials post over fotografie en uitleg geeft over de NFT-wereld, zoals hoe je tot het exclusieve NFT-platform SuperRare toegelaten kunt worden.

Hugoraphy-SALLA-in the middle of nowhere


Maarten Bas-Backer over Hugo Korhonen:

“Hugo maakt foto’s, met name van natuur, die hij vervolgens als NFT’s verkoopt. En dat lukt hem heel aardig. Zijn succes schuilt er deels in dat hij waarde toevoegt aan de NFT-community. Niet alleen met het werk dat hij maakt, maar ook door openheid te geven over zijn werkwijze. Hij is betrokken bij de community, door bijvoorbeeld heel actief te zijn op Instagram, Discord en Twitter. Dat is in deze wereld enorm belangrijk.”

2. Paulo Ferreira en Fluidensity: eigendom en beheer loskoppelen

Wat doet Paulo Ferreira in dit rijtje? Ook deze opkomende Braziliaans-Nederlandse schilder benut zijn kansen op de NFT-markt. Dat doet hij samen met Fluidensity, een Twentse start-up die zich richt op het ‘tokenizen’ van bestaande kunst. Een kleine toelichting op dat niet-bestaande werkwoord: een NFT is een (non-fungible) token. Fluidensity maakt dus NFT’s van bestaande kunst. Onder andere van werk van Paulo Ferreira.

Nu zijn er wel meer galeries die dit doen. In ons vorige artikel over dit onderwerp, las je bijvoorbeeld over The NFT Gallery in Londen. Toch is Fluidensity uniek. Met de verkoop van digitale eigendomscertificaten trekken zij namelijk het eigendom van een werk en het beheer hiervan uit elkaar. Dat werkt als volgt: iemand koopt een NFT en is daarmee eigenaar van bijvoorbeeld een werk van Ferreira. Het werk kan ook onder verschillende eigenaars worden verdeeld, in eventueel verschillende percentages. Maar de governance van zo’n werk blijft bij Fluidensity. Of wordt bijvoorbeeld weggelegd bij een museum.

Het geldbedrag voor verkoop van de eigendomscertificaten gaat naar de kunstenaar, een klein gedeelte gaat naar Fluidensity. Dat geldt ook voor doorverkoop van de certificaten. Hoe vaak een NFT ook wordt doorverkocht, zowel de kunstenaar als Fluidensity blijven een percentage ontvangen.

Maarten Bas-Backer over de werkwijze van Fluidensity:
“Dankzij deze constructie waarbij beheer en eigendom gesplitst wordt, kan een museum het werk bijvoorbeeld nog steeds laten tentoonstellen of uitlenen aan een ander museum. Of denk aan werken die voor Nederland heel belangrijk zijn. Die kunnen zo wel aan buitenlandse eigenaars worden verkocht, terwijl het werk in beheer blijft bij een instituut in ons land. En de eigenaar of eigenaren hoeven zich op hun beurt geen zorgen te maken over onderhoud of verzekering van het werk.”

3. Fotografe Julie Blackmon: een breder en ander publiek

Succesvol is ze al, de bijna zestigjarige Amerikaanse fotografe Julie Blackmon. Tot een paar jaar geleden waren haar werken alleen als print te koop en te zien in musea en galeries. Sinds kort verkoopt ze haar foto’s ook als digitale tokens via Quantum Art. Dat is een soort online galerie, die Julie’s werken voor haar ‘mint’ (lees: er een NFT voor aanmaakt). Bijvoorbeeld voor haar fotoserie ‘Homegrown’.

Dat Julie Blackmon haar werk nu ook in gelimiteerde oplage verkoopt als NFT is opvallend. Hiermee boort ze waarschijnlijk een nieuwe groep verzamelaars aan. En misschien wordt ze hierdoor nog boeiender voor degenen die haar al volgden. Dat ze hiervoor een galerie inschakelt, is interessant. In ons vorige artikel over NFT’s, las je dat het aan te raden is om het aanmaken van NFT’s zelf te doen. Wanneer je eigenhandig je NFT’s creëert en beheert, houd je grip op de voorwaarden waartegen je ze verkoopt en de kanalen die je daarvoor gebruikt. Naast het beheer van de NFT´s heb je bovendien het eigendom in handen. De afweging of je zélf eigenaar blijft, of dat je dit uit handen geeft aan een derde partij, is een belangrijke afweging.

Maarten Bas-Backer over Julie Blackmon:
“Ik raad kunstenaars altijd aan om het eigendom van NFT’s zelf in handen te houden. Dan heb je meer controle. Overigens zijn er voor een succesvolle kunstenaar als Julie Blackmon wel redenen te bedenken om toch een galerie in te schakelen. Ze is gevestigd, heeft al naam. En misschien heeft ze ook geen zin of tijd om zich in de wereld van blockchain, crypto en NFT's te verdiepen. Dan is het natuurlijk fijn als een andere, gespecialiseerde partij dat uit handen neemt. Zo komt ze wel in beeld bij een nieuwe doelgroep, zonder dat ze er zelf veel moeite voor hoeft te doen. Al is vertrouwen en een betrouwbare partner in dit geval erg belangrijk. In de NFT-wereld komt veel oplichting voor."

4. Mad Dog Jones en de kopieermachine: een samenwerking met veilinghuis Phillips

We spraken in dit artikel al over musea en galeries. Maar hoe zit het met die andere belangrijke partij in de kunstwereld, namelijk de veilinghuizen? Steeds meer kunstenaars werken voor de verkoop van NFT’s samen met traditionele veilinghuizen. Sotheby’s heeft een eigen NFT-afdeling. Net als Christie’s trouwens. Via dit veilinghuis werd Everydays: The First 5000 Days van Beeple voor omgerekend 69 miljoen dollar als NFT verkocht.

Een ander voorbeeld komt van veilinghuis Phillips, dat onder meer werk van de multidisciplinaire kunstenaar Mad Dog Jones – echte naam: Michah Dowbak – aanbiedt. Een native digital kunstenaar, die altijd alleen online heeft gewerkt. Hij maakte 'The Replicator', die hij via Philips voor omgerekend 4,1 miljoen dollar als NFT verkocht. Die eerste NFT gaat zich vermenigvuldigen. Er komen nog zeven generaties van het werk aan. Geschat is dat er aan het einde van de rit meer dan tweehonderd kopieën zijn. Het werk evolueert zich dus gedurende de tijd. Dat heeft de kunstenaar zo geprogrammeerd. Het werk kopieert zichzelf - het heet niet voor niets 'The Replicator' - waarbij de afzonderlijke kopieën ook weer te verkopen zijn als NFT’s. Omdat in het werk random fouten optreden, is het moeilijk in te schatten hoeveel kopieën er straks echt zijn.

Maarten Bas-Backer over Mad Dog Jones en ‘The Replicator’:
“Het bijzondere is dat hij experimenteert met het marktmechanisme in de kunstmarkt. Wat zullen de kopers doen? Wachten totdat er replica's zijn, of eerder al verkopen? Hoe ontwikkelt de waarde zich? Wat is schaarste? Dat ‘The Replicator’ op een bepaald moment stopt met kopiëren, staat. Alleen niemand weet waar en wanneer dat zal gebeuren. En dat brengt een interessant spel rond waarde teweeg."

5. Refik Anadol - digitale werken fysiek tonen

Enorme, digitale installaties, maakt hij, die vaak zijn aangedreven door data en/of machine learning. En de Turkse kunstenaar Refik Anadol doet dat niet onverdienstelijk. Onder andere MoMa New York heeft werk van hem in de collectie. Ook hij verkoopt zijn werk via NFT’s. Zijn klanten zijn vooral organisaties die iets zoeken voor in hun publieke ruimtes. Hij werkt dus ook in opdracht. Zo maakte hij werk voor Walt Disney Concert Hall, luxemerk Bulgari en Charlotte Douglas International Airport. Om het werk van Refik goed en in volle glorie te bewonderen, is nogal wat apparatuur en een enorme ruimte nodig. De werken hebben dus een zekere exclusiviteit: je kunt ze niet zomaar overal tonen en bekijken.

Een aantal van de op dit moment grote NFT kunstenaars is, net als Refik Anadol, heel conceptueel bezig met dit nieuwe medium om grote maatschappelijke en filosofische vraagstukken te onderzoeken of ter discussie te stellen. In Refiks geval: kan een machine creatief zijn? Hoe verhouden mens en kunstmatige intelligentie zich tot elkaar? Het zijn zelfs een soort experimenten.

Maarten Bas-Backer over Refik Anadol:
“Juist dat onderzoek naar grote maatschappelijke en filosofische vraagstukken met dit nieuwe medium, maakt kunstenaars als Refik Anadol zo bijzonder. Maar dat hoeft natuurlijk niet om succes te hebben met NFTs. Daar getuigen Hugo Korhonen en Julie Blackmon van.”

Disclaimer bij het artikel:

Wil je succesvol zijn in de kunstwereld? Dan zijn originaliteit en oprechtheid belangrijke pijlers. En dat geldt voor NFT-kunst net zo goed. Het kopiëren van de voorbeelden in dit artikel is dus geen goed idee. Wel kunnen ze je inspireren voor manieren om jouw verhaal te vertellen. Vraag jezelf steeds af: wat kan ik toevoegen? Wat vind ik belangrijk? En in wat ben ik uniek of onderscheid ik mezelf als kunstenaar of maker? Op die manier kom je tot een eigen, unieke aanpak.


Gerelateerde artikelen: