Skip naar content
Skip naar content

Podcast Slagkracht #5 Rouw - Eva Huisman, TivoliVredenburg

Wat doe je als je onder werktijd ieder moment gebeld kan worden over een dierbare die ernstig ziek is? In deze aflevering hoor je het verhaal van Eva Huisman, voormalig adviseur corporate communicatie en woordvoering bij TivoliVredenburg in Utrecht. In 2019 overlijdt Eva’s moeder na een lang ziekbed aan MS, terwijl ze een nieuwe functie bekleedt die nog niet voor iedereen helder is. Hoe is het om na zo’n groots verlies weer terug te keren en de draad op te pakken op de werkvloer? En wat voor invloed heeft deze persoonlijke gebeurtenis gehad op Eva’s rol en visie als professional?

Luister hieronder via Spotify (cookies moeten ingeschakeld zijn) of via Apple Podcasts, PodNL of Stitcher.

Transcript podcast Slagkracht #5 - Rouw - Eva Huisman, TivoliVredenburg

Klik op deze link voor het transcript in PDF formaat
Aflevering #5
Titel: Rouw
Sprekers: Rinke Vreeke (podcastmaker), Eva Huisman (adviseur corporate communicatie en woordvoering Tivoli Vredenburg)

Eva: En die zondagavond was er eigenlijk nog een heel gaaf programma, maar ik zat thuis op de bank. Ik dacht “Oké, ik heb mijn portie al gehad, het is gelukt, het is volbracht” en toen belde m’n vader, “Het is het is echt hommeles.” Vijf dagen later is mijn moeder overleden.

Rinke: Dit is Slagkracht, een podcast van Cultuur+Ondernemen. Mijn naam is Rinke Vreeke. In Slagkracht hoor je iedere aflevering een persoonlijk verhaal van een zakelijk leider, marketeer of een andere ondernemende professional in de culturele of creatieve sector. Een verhaal over een belangrijk moment in hun carrière. In deze aflevering hoor je het verhaal van Eva Huisman.

Eva: Ik ben Eva, Eva Huisman, ik werk als adviseur corporate communicatie en woordvoering bij Tivoli Vredenburg.

Rinke: Tivoli Vredenburg presenteert concerten, dansnachten en kennis- en debatprogramma's in vijf zalen onder één dak in Utrecht.

Eva: Ik zei wel eens “Één stukje van m'n brein was continu bezig met hoe zou het met mama zijn? Wat als papa belt, moet ik niet eigenlijk naar Nijmegen toe?” Ja, en dat dat stukje brein neem je ook mee naar je werk.

Rinke: Wat doe je als je onder werktijd ieder moment gebeld kan worden over een dierbare die ernstig ziek is? En hoe werkt zo'n groot verlies door in je professionele leven en op de werkvloer? Je hoort het in deze aflevering van Slagkracht.

Eva: In 2014 heb ik gewoon heel veel tegelijkertijd meegemaakt. Ik ben begonnen bij Tivoli Vredenburg als stagiaire en toen deed ik nog een master Kunstbeleid hier in Utrecht, aan de universiteit. En ik herinner me nog goed dat volgens mij, ik liep nog geen drie maanden stage en toen werd ik er apart genomen door toenmalige teamleider marketing. En ik dacht echt, “ik lig er uit of zo, ik word op het matje geroepen”. Maar toen bood hij mij een baan aan, dus ik was helemaal flabbergasted natuurlijk. Maar hij vroeg of ik het marketingteam voor het klassieke programma wilde komen versterken. Eigenlijk zodra ik was afgestudeerd, en dat zou in september zijn. Ik zei natuurlijk “ja”, maar ik was nog niet afgestudeerd in september, dus ik heb in de eerste tijd hier vier dagen gewerkt, mijn eerste echte baan baan en daarnaast nog mijn masterscriptie geschreven. En ondertussen speelde bij mij ook nog dat ik een zieke moeder had. Die had al MS althans de diagnose sinds ik negen jaar oud was. Dus ik zei altijd “Ik weet niet beter dan dat ze ziek is, maar ik herinner me ook nog wel een gezonde moeder.” En ik realiseerde me eigenlijk al best gauw dat ik die zorgen natuurlijk wel degelijk mee nam naar m’n werk. Eigenlijk ook.

Al heb ik wel nog een tijd gedacht, het leven in Utrecht is van mij en wat er in Nijmegen gebeurt - waar mijn ouders woonden - dat is daar. Dus ik heb nog wel een tijdje geprobeerd me daarvoor af te sluiten. Maar op een gegeven moment realiseer je dat, ik wist dat als mijn vader belde onder werktijd dan was er iets. Dus dat was wel iets waar ik soms bang voor kon zijn. En gaandeweg ging het ook steeds slechter met mijn moeder. En moest ik er ook rekening mee houden dat er een keer slecht nieuws zou komen over dat ze een terugval had gehad of gevallen was. Of dat m'n vader echt vroeg “kun je nu naar Nijmegen komen?” En ik denk dat dat misschien een paar keer is gebeurd onder werktijd en dat ik dan niet wist oh,
hoe pas ik dit nu in? Ik heb dit telefoontje net gehad. Ga ik nu door met werken? Kan ik abrupt alles laten vallen? Ik weet niet meer precies wanneer het was, maar ik herinnerde me dat mijn vader me op een gegeven moment belde omdat het met hem slecht ging. Hij was de eerste mantelzorger en hij droeg enorm veel zorg voor mijn moeder. Dus dan heb ik tegen hem moeten zeggen “Dit gaat zo niet langer, mama moet naar een verzorgingshuis”. Maar daar voelde ik toen gelukkig wel, dat kon ik toen vertellen. Hier op m'n werk ben ik ook een dag hier niet geweest om m'n moeder te helpen verhuizen en kon ik ook wel zeggen dat ik dat heel impactvol vond.
Toen realiseerde ik me dat ik in elk geval bij klassiek dat vangnet echt wel had. Het marketingteam van Tivoli Vredenburg is eigenlijk op genre ingedeeld, dat is een expertise op doelgroep, op genre. En ondertussen merkten we hier, naarmate het programma groeide en dus ook het marketingteam groeide, dat het lastiger was om met tien of meer marketeers ook het algemene verhaal Tivoli Vredenburg te vertellen. Nou en daar ontstond een soort wat denktankjes over en daar mocht ik ook aanschuiven. En op een gegeven moment ontstond het zogeheten corporate marketing team. Maar daar werd ook de functie van corporate marketeer bij bedacht. En daar heb ik toen op gesolliciteerd. Het was best wel zoeken van oké, dit is voor mij een nieuwe baan. Maar het was binnen Tivoli Vredenburg überhaupt een nieuwe functie dus het was voor iedereen wennen aan dat die bestond. En wat verwachten we daar eigenlijk van? En waar hopen we op? En ik had meteen een eerste megaproject in januari 2019 werd het jubileum van Tivoli Vredenburg gevierd. Dat was in het laatste weekend van januari, 72 uur bijna non-stop programma, Tivoli Vredenburg vijf jaar grote zaal, 40 jaar. Nou meteen een project “Oh wat fijn dat we een corporate marketeer hebben die deze grote bundel aan programma, nou daar een strik omheen kan doen.” Dat was eigenlijk mijn opdracht en ik dacht: “oké, hoe dan?” Maar volle bak ingedoken en het was eigenlijk ook wel weer heel fijn dat er zo'n duidelijk corporate project was waar ik me helemaal in kon vastbijten.
Maar ik herinner me wel dat mijn zorgen om de gezondheid van m’n moeder die werden steeds groter. En dat ik het lastig vond om die een plek te geven, juist weer in mijn nieuwe functie. Ik werkte weer met nieuwe mensen samen, ook met veel meer mensen samen. En ik realiseerde me van “oh, al deze mensen, niet iedereen is op de hoogte”. Ik heb had ineens niet meer het vangnet van als er wat is dan kan ik alles laten vallen. Daar wist ik, dat wist ik even niet meer zeker, terwijl het ondertussen veel slechter met mijn moeder ging. Ja, dit was dus in de winter van 2018-2019, en ik was heel druk bezig met het jubileum. En ik herinner me nog wel dat ik af en toe dacht “oh, als er maar niet nu iets met mama gebeurd, want dat dat kan ik er niet bij hebben”. En dat vond ik ook wel een moeilijke realisatie. Dat ik
dus omwille van m'n werk hoopte, hoopte dat er niet iets met haar zou zijn. Ik zat in een nieuwe functie en ik wilde graag laten zien dat ik dat kon, dat dat het terecht was, dat ik daar zat. Dus ik had echt een enorme geldingsdrang eigenlijk, waarin ik dus heel veel van mezelf vroeg. Maar ondertussen werd er veel van me gevraagd in m'n privéleven, dus dat dat ging. Ik zei wel eens “Ëén stukje van m'n brein was continu bezig met hoe zou het met mama zijn? Wat als papa belt, moet ik niet eigenlijk naar Nijmegen toe?” Ja, en dat dat stukje brein neem je ook mee naar je werk. Maar naarmate het jubileum dichterbij kwam, ging het ook steeds slechter met m'n moeder en ging ik er ook echt wel rekening mee houden. In 2019, want dat jaar zat er aan te komen, komt zij te overlijden. Dat was gewoon. Ik kon me niet meer voorstellen dat ze dat nog tot 2020 zou volhouden. En dat klinkt heel cru maar dat gaf ook een soort duidelijkheid, want 2019 wordt heel heftig en dat is vroeg of dat is laat, maar dat wordt sowieso helemaal “huh”. En eigenlijk waar ik bang voor was, gebeurde ook althans gelukkig niet dat er iets met iets heel naars acuuts met m'n moeder aan de hand was, vlak voor het jubileum. Maar we zaten in het weekend van het jubileum, dat begon op donderdag tot en met zondag. Ik was er bijna iedere dag. Nee, ik was er iedere dag geweest en die zondagavond was er eigenlijk nog een heel gaaf programma, maar ik zat thuis op de bank. Ik dacht: “oké, ik heb mijn portie al gehad, het is gelukt, het is volbracht” en toen belde m’n vader. “Het is, het is echt
hommeles.” Vijf dagen later is mijn moeder overleden. En ik heb toen al het werk uit m'n handen kunnen laten vallen. Gelukkig… en daar gelukkig ook niet over in gezeten. Ik heb eigenlijk geen moment meer aan werk gedacht. Echt, drop everything… en toen verdween ik. Ja, zij overleed op één februari 2019 en het jubileumweekend was het laatste weekend van januari. Heel januari stond in het teken van werk, heel februari niet. Ja die switch was wel echt vrij hard. En ik denk dat ik eigenlijk pas ook weer aan werk heb gedacht, toen ik me bijvoorbeeld afvroeg: “Wil ik collega's uitnodigen voor de uitvaart en ja, zo ja, welke dan?” Ja, je hele
wereld staat op z'n kop en het is al een heel gek gevoel dat de wereld om je heen wel blijft draaien. Je gaat boodschappen doen en je denkt wat zijn jullie allemaal vrolijk. Weten jullie dan niet wat er aan de hand is, wat zijn jullie aan het doen? Nou en werk werd daardoor gevoelsmatig ook een enorme, nou ver-van-mijn-bed-show. Dat ik dacht: “Ja, het maakt toch niet uit of er ergens een poster hangt of niet.” Dat we terwijl daar tot dan toe hoorde dat er gewoon bij en dacht ik nou eigenlijk niet twee keer over na. Maar nu dacht ik echt na, “Het is gewoon, het is gewoon niet belangrijk.” Ik herinner me dat ik hier, dat kantoor hier dat zo druk is en in principe heel gezellig, maar ook heel open en bloot. Dat ik dat heel spannend vond, dat ik dacht: ik loop daar binnen, ik weet niet wie, wie niet en wie wel op de hoogte is. Van de mensen die wel op de hoogte zijn, wil ik eigenlijk geen blikken vol medeleven, want dat lijkt me zo naar. Maar ik wil ook niet dat de mensen die niet op de hoogte zijn, zeggen: “Hé hoe was je weekend, had je vakantie, was je even weg ofzo?” En dat je dan toch ineens moet vertellen wat er speelt. Nou, ik dacht echt “oh, hoe ga ik dat in godsnaam doen?” En toen heeft Lieke mijn leidinggevende gesuggereerd van “nou, dan werk je, ga je toch gewoon even niet naar kantoor, dan werk je toch ergens anders in het pand of nog even vanuit huis.” En ik had in maart nog een vakantie
staan. Die stond al. Ik dacht nou, dat red ik in ieder geval als ik van tussen één februari en half maart beetje werken en beetje weer voelen hoe het gaat. Maar daarna ben ik er wel weer. Nou, dus daarvoor was het eigenlijk zachte landing, kort na het overlijden van m'n moeder. Maar toen ik terugkwam van die vakantie was echt een keiharde landing. Want ik kwam terug, Ik had niet zo’n zondag iets om naar uit te kijken. Ik had blijkbaar van mezelf verwacht dat ik dan misschien wel weer de oude zou zijn. Was ik natuurlijk echt niet. En ik had geen stip aan de horizon van wanneer het dan misschien beter zou gaan en dat is sowieso het verneukeratieve van rouw dat je die stip gewoon nooit kunt plaatsen perse. Het enige wat je maar hopelijk zeker weet is tijd heelt. Maar ja hoeveel tijd dan? En voor iemand als ik, die gewoon best wel planmatig is en is opgevoed met toch weet je, als je je er maar toe zet, dan
lukt het je allemaal wel. En in juni klapte ik er daardoor uit. Gelukkig niet lang. Dat leek ook wel echt op overwerktheid dus ik was in de war erover. Is het nou rouw of is het m'n werk? En waarschijnlijk was het een beetje van allebei, want ik had nog steeds die nieuwe functie die niet voor iedereen kraakhelder was, ook niet voor mezelf. Maar dat ik door de bomen het bos niet meer zag en dat ieder mailtje, dat kwam, dat ik daar een soort instinctieve reactie op had van “oh, nee”, terwijl mijn werk best wel alertheid vraagt. Zeker als het om woordvoering gaat, want als de perslijn gaat, ja, dan moet je een verhaal klaar hebben. Ja, dus ik was ineens. ik voelde me niet meer begripvol ik voelde me niet meer in control. Ik had er, ik zag het belang van dingen niet in. Ja, dus het voelde een beetje als terug naar terug naar af, naar die fase waarin ik dacht: niks is belangrijk, want de wereld staat op z'n kop. Ik heb echt mezelf weer opnieuw moeten leren kennen als werkend persoon. Wat kan ik wel, wat kan ik nu niet? Met de nadruk op nu. Dus het was ook heel veranderlijk. Ik kon wel langzaam en zeker steeds meer, maar het was ook met ups en downs. Dus je trekt, je ontdekt telkens nieuwe grenzen en ik heb toen met mijn leidinggevende afgesproken dat ik nooit meer “boem is ho” wilde doen. Dat was daarvoor een beetje ons mantra van hier. We kijken gewoon, we kijken wat er lukt en soms lukt het effe niet. En dan mag het klappen. En prima. Maar ik dacht, ik wil niet meer dat het klapt want dan moeten we elke keer weer onder ogen zien: shit, het is niet gelukt. Ik voel me d'r, ik voel me er rot over, ik moet ervan bijkomen. Is gewoon zonde. “Boem is ho” is gewoon niet een goeie tactiek voor reintegratie, denk ik. En of dat nou is omdat je ziek bent of dat je in de rouw bent of whatever. Je kunt beter een tijd te weinig doen en dat dan je werknemer zelf gaat zeggen, geef me maar meer. En dan vraagt: weet je het zeker. Dan goh, zou je dit aan kunnen? Kijk maar hoe ver je komt. Want kijk maar hoe ver je komt, kan dan heel confronterend zijn. Want je komt veel minder ver dan voorheen dus je kent jezelf niet meer terug. En er zijn altijd dingen die dan niet lukken en dat kan heel erg voelen alsof je faalt en dus van verwachtingen niet waarmaakt. Terwijl misschien wordt helemaal niet een verwachting uitgesproken. Kijk maar hoe ver je komt. Ik hoop dat je dit allemaal afkrijgt maar zo kan het wel voelen. En soms realiseer je dan dat je gewoon tot veel minder in staat bent dan voorheen en dat, dat is zo confronterend. Dus dan is het prettiger om toch effe, hapklare brokken te krijgen en dan te voelen: ach, ik kan dit weer, ik ben weer on top of things. En dit is wat ik er nu bij zou kunnen doen. En dus zo een volgende keer, ik hoop niet dat die komt. Maar zou ik het op die manier omdraaien. We hebben in Tivoli Vredenburg de interne nieuwsbrief die gaat naar 800 mensen die dus op
de één of andere manier hier werken, van vrijwilliger tot directeur. En we hadden daarvan een keer speciale editie die over mentale gezondheid ging, en daarin heb ik in het kort ook dit verhaal gedaan. Dat was een heel pallet van verschillende collega's die verschillende dingen van burn-out of coming-out of dat soort dingen hadden meegemaakt en hun verhaal deelden. Ja, omdat ik het belangrijk vind om rouw bespreekbaar te maken en ook mensen te laten zien wat voor impact het kan hebben. Want het is niet altijd zo dat als iemand overlijdt dat dat een mooi voltooid leven was. En dat weet je dat er een mooie uitvaart is en mensen zijn er even van hun stuk, maar het is oké zo. Ja, heel vaak is dat gewoon niet zo en ik denk dat daardoor ook een soort algemeen gevoel hier ontstond van. Het is ook goed werkgeverschap als je laat zien dat er hier ruimte is om het over dat soort dingen te hebben. En het is natuurlijk allemaal niet perfect, maar dat dus in ieder geval die mensen die in die nieuwsbrief iets deelden, zich veilig genoeg voelden om dat te doen. Dat vond ik al zo veel zeggen over de cultuur hier. Ja, dus dat, dat vond ik vooral heel prettig. Dat ik nou, het is echt supertof dat mijn ervaring goed genoeg is dat ik het er zo nu over kan hebben. Ja, als je me nou vraagt: “wat, wat zou er anders kunnen?” Zeker in de in de praktijk van de CAO? Hoeveel verlof heb je als je een naaste verliest? Dat is heel hard opgeschreven natuurlijk heel, heel pragmatisch bijna. Je hebt zoveel dagen en daarna ben je weer terug. En ik denk niet dat de oplossing zou zitten in een langer verlof kort na dat overlijden, maar zoiets als een flexibel, opneembaar rouwverlof. Dat zou zoveel lucht geven, want ik heb ook
wel eens gedacht “als ik me nu afmeld, ben ik dan ziek?” Ziek gaat ook nog zoveel over lichamelijke dingen. Terwijl ja, je bent toch eigenlijk wel gewoon gewond en daar moet je van herstellen. En de ene dag moet je dat wel en de andere dag moet je dat niet. Vanuit mijn werk ben ik bij de bedrijfsarts geweest. Die heeft nou geprobeerd te bekijken hoeveel werk ik aan kon, maar achteraf vond ik dat toch wel vrij transactioneel. Dat ging al gauw over, nou, doe dan zoveel uur. Want vier uur werken kan je nu vast wel aan. Maar vier uur simpele klusjes doen is iets heel anders dan vier uur aan zo'n project, waarbij je eigenlijk incapabel voelt omdat je denkt, ik weet niet hoe, ik snap de opdracht niet. Dus dat, het is haast belangrijker om het te hebben over, welk werk kan je nu aan inhoudelijk, dan hoeveel tijd kan je daar fysiek bijna aanbesteden. Dus als we op de één of andere manier die drempel kunnen wegnemen om gewoon gehoor te kunnen geven aan het gevoel van vandaag trek ik het niet. Of desnoods deze week trek ik het niet en je dan zonder schroom te kunnen afmelden zonder dat je d'r een smoesje nodig is. Dat zou veel lucht geven en dat zou
ook, denk ik, zichtbaarder maken wat de impact van rouw überhaupt is. Want ik denk dat heel veel mensen zich nu wel al afmelden maar met dat smoesje. Dus die komen al ziek of grieperig in de boeken. Dus we hebben geen idee van wat de impact van een rouwende werknemer eigenlijk is. En ik ben echt ongeremd open geworden. Ik ben veel minder bezig met oh, wat zal iemand er wel niet van denken als ik zeg: ik voel me rot, ik meld me ziek, mentaal ziek is ook ziek. Je mag je ook voor mental healthday ziek melden. En dat zijn denk ik de lessen die je meeneemt. Ja dat is het gekke dat het zo waardevol kan zijn als je iets heftigs meemaakt dat je daar zoveel lessen van leert. Die echt wel van pas komen later in het leven, waarvan ik nu ook bijna blij ben dat ik die nu al geleerd heb en niet pas over 20 jaar.

Rinke
: Slagkracht is een podcastreeks van Cultuur+Ondernemen. De reeks is onderdeel van het ontwikkelprogramma Slagkracht waar je als zakelijk verantwoordelijke handvatten krijgtaangereikt om je te professionaliseren binnen de zakelijke kant van de culturele en creatieve sector. Volg Slagkracht in je favoriete podcast-app en blijf op de hoogte van nieuwe afleveringen. Kijk voor meer informatie over het programma op cultuurondernemen.nl/slagkracht.

Concept, productie, interview en edit zijn van mij Rinke Vreeke. De muziek is van Blue Dot Sessions. De mixage en master zijn gedaan door Bas van Win en Jeroen Jaspers van Nozem Audio. Met dank aan Karen de Meester, Sanne Wiltink en Coen Balkestein.

Portretfoto Eva Huisman, fotograaf Jelmer de Haas
Eva Huisman - © Jelmer de Haas
Het is ook goed werkgeverschap als je laat zien dat er hier [speciale interne nieuwsbrief over mentale gezondheid] ruimte is om het over dat soort dingen te hebben.

Meer Slagkracht?

In de podcastreeks van Slagkracht hoor je iedere aflevering een persoonlijk verhaal van een zakelijk leider, marketeer of andere ondernemende professional in de culturele of creatieve sector. Een verhaal over een belangrijk moment in hun carrière.

Begin 2022 lanceerde Cultuur+Ondernemen het ontwikkelprogramma Slagkracht, waar je als zakelijk verantwoordelijke handvatten krijgt aangereikt om je te ontwikkelen en te professionaliseren binnen de zakelijke kant van de culturele en creatieve sector. Met Slagkracht bieden we een online en offline platform waar je maandelijks aan een programma kunt deelnemen over uiteenlopende onderwerpen, waarmee je een stevige basis legt in je vak.