Skip naar content
Skip naar content

Interview Interviewserie - 'toezichthouden in coronatijd' Korrie Louwes - Toezichthouder bij IFFR en V2_

In deze moeilijke tijd moeten veel toezichthouders anders met hun functie omgaan dan ze gewend zijn. De situatie van veel culturele organisaties in de coronacrisis brengt ook voor toezichthouders dilemma’s met zich mee, en vraagt om flexibiliteit en aanpassingsvermogen. Om in kaart te brengen waar toezichthouders in deze tijd mee worstelen en hoe zij omgaan met de pandemie, is er nu deze online interviewserie met toezichthouders uit de cultuursector.

Korrie Louwes is toezichthouder bij zowel het Internationaal Film Festival Rotterdam als V2_. In haar interview praat ze over de gevolgen van de crisis voor deze twee heel verschillende organisaties. Ook vertelt ze hoe, na de eerste schrik, juist de creativiteit opvalt: “Mensen verzinnen de prachtigste dingen, tegen de verdrukking in haast, en het is heel bijzonder om daar onderdeel van te mogen zijn.”

Je cookievoorkeuren staan het helaas niet toe om deze video weer te geven. Accepteer marketing cookies om de video te bekijken.

Zie je geen video? Bekijk deze dan op ons YouTube-kanaal.

Hieronder een samenvatting van dit interview.

Dag Korrie, bedankt dat je je vandaag door ons wilt laten interviewen! Zou je je eerst even willen voorstellen?

Natuurlijk! Mijn naam is Korrie Louwes, en ik heb twee toezichthoudende
functies in de cultuursector. Ik ben voorzitter van de Raad van Toezicht
van Internationaal Film Festival Rotterdam (IFFR), maar ben ook
voorzitter van een hele andere culturele instelling: V2_. Dat zullen wat
minder mensen kennen; alleen als je interesse hebt in kunstwetenschap
en technologie ken je het. Daar ben ik ook voorzitter van de Raad van
Toezicht. Mijn salaris verdien ik overdag door hoofdinspecteur te zijn
bij de inspectie gezondheidszorg en jeugd, en zit dus ook middenin de
Covid19-crisis.

Dankjewel! Toen het tot je doordrong dat deze crisis ook het IFFR en V2_ zou raken, wat heb je toen gedaan? Richting je collega-toezichthouders?

Bij IFFR was natuurlijk het bijzondere dat we net het festival hadden
afgerond. Want dat is altijd in de laatste week van januari, begin
februari. Dus het was heel bijzonder dat we dat nog hadden, terwijl
natuurlijk in China van alles al gaande was en wij ook Chinese gasten
hadden. Het is heel bijzonder dat we een hele goede festivaleditie
hebben gehad, zonder dat we dachten dat er een virus onder ons was, en
gelukkig hebben we achteraf ook niet veel van mensen gehoord dat ze ziek
waren geworden, maar weten doe je het natuurlijk nooit helemaal. Dus
het is vreemd, dat je dan bezig bent je festival af te sluiten en de
boeken te sluiten en de rekening op te maken. Dan gaat IFFR altijd een
beetje in slaapstand – er wordt flink afgeschaald, omdat het een
festivalorganisatie is. Het voelt gek om het te zeggen, maar het had
niet op een beter moment voor IFFR kunnen komen, leek het toen. Niemand
die wist dat het zo lang zou duren. V2_ was een heel ander verhaal. V2_
is een organisatie die al langer financieel het hoofd net boven water
houdt, en daar was het een periode superspannend – gaat het lukken om in
de nieuwe periode genoeg middelen te vergaren om een goede toekomst te
kunnen hebben? Het zijn dus twee totaal verschillende organisaties. En
toen de effecten doordrongen – en dat heeft ook wel even gekost; ik kan
niet zeggen dat we vanaf dag 1 doorhadden dat dit ons maanden zou raken – hebben we vergaderingen gehad, met de directie en de leden van de raad
van toezicht, maar dat was meer oriënterend, en had nog niet de
strekking van “dit kan ons nog wel eens in het hart raken van de
activiteiten die we doen”. En dat is nu natuurlijk echt totaal anders.
Voor beide organisaties, overigens.

Het nieuwe festival van IFFR komt alweer dichterbij, zoveel maanden zijn we al onderweg. Kun je aangeven hoe jij je collega-toezichthouders en de directeur nu steunt?

Door vooral heel dichtbij te blijven. Soms ook letterlijk: dus toch af
en toe op de fiets stappen om even met iemand te gaan wandelen en een
gesprek te voeren. Want natuurlijk zijn er ook heel veel vergaderingen
digitaal, maar het is zo belangrijk om ook dat echte contact goed te
houden, met name met de directie, die toch heel wat klappen moet
opvangen. Er is personeel dat onzeker is, niet weet wat er met
tijdelijke contracten gebeurt, sponsorinkomsten die plat liggen, er komt
ongelofelijk veel op zo’n organisatie af. Dan is dichtbij zijn en
betrokkenheid tonen denk ik het allereerst dat je moet doen. En het
tweede is natuurlijk ook zakelijk blijven. Dus ook vanuit de Raad van
Toezicht nog eens een extra vraag stellen over hoe er wordt afgeschaald,
hoe het activiteitenplan past in wat er nu wel kan. Als derde, en
misschien had ik daarmee moeten beginnen, ben ik echt ongelofelijk onder
de indruk, bij beide organisaties, van de enorme hoos aan creativiteit
die loskomt. Het blijft de cultuursector. Mensen verzinnen de
prachtigste dingen, tegen de verdrukking in haast, en het is heel
bijzonder om daar onderdeel van te mogen zijn.

Mooi om te horen! Als je de twee organisaties vergelijkt, gaat het om een wat grotere en een wat kleinere culturele organisatie. Merk je daarin verschil in je rol als toezichthouder?

Ja, het is echt een heel groot verschil. Een festivalorganisatie die
zich opblaast tot een heel grote organisatie, maar ook door het jaar
heen nog best groot is, en V2_ is natuurlijk een hele kleine
organisatie, die door het hele jaar heen activiteiten organiseert maar
natuurlijk niet die publiekstrekker is – het zijn werelden van verschil.
Het is voor een kleine organisatie die niet al die publieke events
heeft makkelijker om zich nu aan te passen. Nu had V2_ ook al, door het
type organisatie dat het is en doordat ze zich vooral richten op
kunstenaars en mensen met interesse in technologie, zit het in een niche
die deels al gewend was digitaal te opereren, dus dat was ook wel een
gemakkelijkere stap voor V2_ dan voor IFFR, dat het natuurlijk vooral
moet hebben van dat enorme festival. Nu zie je daar wel dat nu de
scholen open blijven, de cultuureducatiepoot van IFFR wel voor een
belangrijk deel door lijkt te kunnen gaan. De eerste schrik was “help,
kan er helemaal niks meer?”, maar nu zie je de nuance en de
mogelijkheden. En zeker voor grote organisaties is het toch ook van
belang om iedere keer weer te blijven stilstaan bij wat er dan wél kan.

Het zijn twee gesubsidieerde organisaties, die daarnaast ook ander geld proberen binnen te halen om hun missie te volbrengen. Hoe heb je in deze onzekere tijden zich weten te houden op de risico’s?

Dat is misschien wel het allermoeilijkste. Zicht, grip… Het liefst wil
je grip hebben op risico’s, maar zicht is ook al heel wat. En dat is
heel ingewikkeld, want die risico-inschatting is heel lastig te maken.
Je weet niet hoe partijen gaan reageren. Wat dat betreft was het
natuurlijk prettig dat zowel de Rijksoverheid als de Gemeente Rotterdam
allebei bereid waren om voor de culturele instellingen waar ik aan
verbonden ben iets extra’s te doen, dus dat scheelt enorm. Bijvoorbeeld
om prestaties, waar je normaal gesproken altijd op moet rapporteren, om
daar een tandje terug te doen. Dat geeft lucht. Maar zoals ik al zei,
het IFFR is voor een heel groot deel afhankelijk van inkomsten vanuit
derden. Tja, dat ligt natuurlijk nu voor een heel belangrijk deel stil.
Dat is buitengewoon moeilijk te realiseren. En dat levert dus ook op dat
je een kleiner festival kunt organiseren, áls je al een festival kunt
organiseren in januari… Dat levert natuurlijk een hele andere afweging
op dan bij V2_, waar de activiteiten toch al redelijk kleinschalig
waren, en voor een deel digitaal kunnen. En natuurlijk, een kunstwerk
moet je zien en ervaren, en dat is digitaal niet altijd even makkelijk.
Dus ook daar zijn beperkingen, maar die zijn wel van een andere orde dan
zo’n enorm groot festival als het IFFR is. Dus ja, risico’s probeer je
in beeld te krijgen, te houden, maar het is ook vooral je bewust zijn
van de enorme dynamiek. En als er iets is wat we geleerd hebben van dit
virus is dat het ontzettend grillig is. Wisten we maar hoe het gaat
aflopen! Dan konden we daar ook rekening mee houden, maar niemand die
het weet.

Dat niemand het weet, dat open einde, is dat ook iets wat een rol begint te spelen? Misschien wel vermoeidheid ten opzichte van de eerdere creativiteit die je noemde?

Je ziet dat het een beetje met ups en downs gaat. We hebben zeker ook
gehad dat iedereen dacht “oh jee, een lockdown, nu kan er niks meer” en
vervolgens komt er dan toch weer die creatieve geest naar boven: “als
dat zo is, wat is daar dan nog in mogelijk?” Ik heb van alles voorbij
zien komen. Maar ja, we hebben dus ook best moeilijke en zwarte periodes
gehad, dat je echt denkt “hoe krijgen we het ooit nog up and running?”
maar die zijn gelukkig ook weer voorbij gegaan en vervangen door wat er
wel kan. Het heeft ook geholpen dat ik zelf best veel kennis heb over
hoe het met Covid19 zit. Dat helpt om de zin en onzin te kunnen
onderscheiden van wat er allemaal buiten die organisaties gebeurt. Een
heel concreet voorbeeld is een van de ideeën die je nu veel op twitter
ziet is dat we met z’n allen aan de sneltesten gaan, en dan kunnen we
alsnog evenementen organiseren. Dan helpt het dus wel dat ik iets weer
over sneltesten en de zin en onzin daarvan en of dat op termijn een
realistisch perspectief is. Dat scheelt dan toch, dat je ook nog een
andere functie hebt waardoor je toch de organisatie ook kunt bijstaan in
dat soort afwegingen.

Mooi voorbeeld, want het is voor veel raden van toezicht nu natuurlijk de vraag of je voor deze crisistijd wel de juiste raad van toezicht bent. Je geeft een mooi voorbeeld van een geluk bij een ongeluk, in zekere zin, dat je ook vanuit je baan iets kunt toevoegen in deze periode. Zou je kunnen zeggen dat jullie raad van toezicht crisis-proof is gebleken?

Dat weten we pas als de crisis voorbij is. Dan zie je of je het allemaal
hebt overleefd en of je de goede dingen hebt gedaan. Kijk, je bent een
raad van toezicht, en we hebben natuurlijk, en dat geldt voor beide
organisaties, uitstekende directeuren zitten. En dat zijn natuurlijk de
mensen die elke dag er staan en hun eigen mensen motiveren en de
organisatie overeind houden. Als raad van toezicht sta je ze bij door de
juiste vragen te stellen, door nog eens het luisterend oor te bieden,
en zeker over de financiële kant nog eens goed mee te denken over hoe
dan wel, maar aan het eind van de dag zijn zij het die het elke dag
waarmaken.

Zo is het. Nog een vraag naar inhoudelijke ontwikkelingen die plaatsvonden onder druk van deze crisis – zijn dat nou dingen waarvan je denkt dat die blijven bestaan na deze crisis?

Ja zeker, ik weet 100% zeker dat alles wat met internationale contacten
te maken heeft veel meer blended zal zijn. Het idee dat je naar elkaar
toe moet, dat je elkaar altijd fysiek moet zien, ik denk dat er veel
gerichter nagedacht wordt over hoe dat ook gecombineerd kan. En ja, die
behoefte om bij elkaar te zijn en in interactie dingen met elkaar te
beleven en te waarderen, die zal er altijd zijn, over de hele wereld.
Maar de mate waarin is echt veranderd, en dat blijft ook zo. Mensen gaan
toch kritischer zijn – is het nou echt nodig dat ik daar aanwezig ben,
en hoe lang dan? En welke contacten dan precies? Mensen zijn nu in zo’n
snel tempo gewend geraakt aan het op deze manier met elkaar in gesprek
te zijn. Ik weet zeker dat het niet meer terugkeert naar het met het
reiskoffertje het vliegtuig instappen.

Mooie bijvangst van deze periode, zou je kunnen zeggen. Een afsluitende vraag: heb je tips? Of een prikkelende afsluiter voor andere toezichthouders?

Nou, niet prikkelend. Eigenlijk supersoft, softer dan soft: blijf
knuffelen! Ook digitaal. Toon je betrokkenheid. Toon hoezeer je begaan
bent met de organisatie. Zoek ook die warme kant op. Stuur dat extra
bosje bloemen of die chocolaatjes. Ga er een keertje langs, ga een keer
wandelen met de directeur. Maar hou ze in het vizier, en onderschat niet
die warme kant. Want natuurlijk ben je als raad van toezicht ook voor
de zakelijke kant, maar die warme kant, juist nu alles op afstand gaat,
is zo belangrijk. Zie de mens.

Dankjewel!

Dit was het derde interview in een reeks interviews met toezichthouders over hun ervaringen in de corona-periode.

In aflevering 1 spraken we Marjet van Zuijlen, toezichthouder bij zowel het Nationale Theater als het Chassé Theater. Bekijk de video of lees de samenvatting hier.

In aflevering 2 spraken we Marike Schaafsma, voorzitter van de raad van toezicht van Bibliotheek Midden-Brabant. Lees het interview of luister het als podcast.

In aflevering 4 spreken we met Ruurd Bierman, toezichthouder bij NFF (Nederlands Film Festival) en bestuurder bij VNPF (Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals). Bekijk het interview hier.

Weten waar je als bestuurder of toezichthouder op moet letten in deze uitzonderlijke periode? Lees onze tips voor governance in crisistijd.