Interview Zo legden deze drie jonge makers de basis voor hun duurzame beroepspraktijk
Spannend, leerzaam, leuk of ronduit beangstigend: dat zijn de eerste stappen naar een beroepspraktijk als professioneel maker. Hoe leg je de basis voor een duurzame carrière? In dit artikel praten we over lessen uit die beginperiode met drie jonge makers. Eén tipje van de sluier: kom in actie, ook als je nog niet precies weet wat de uitkomst zal zijn.
Rebecca Wijnruit | Danser
Neem de stap. Er is altijd een weg terug.
Het is winter 2023 en Rebecca Wijnruit – krap vijf jaar daarvoor afgestudeerd aan de opleiding Dans van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK) – is te zien bij het NTR-programma ‘Op de planken’. Samen met urban designer Jacoppo Grilli vertelt ze over haar voorstelling Bodies of Routine en over haar drijfveren voor dít werk. Het is een mooie kers op de taart voor haar inspanningen tot nu toe. “Ik zie mezelf in drie verschillende rollen: van maker, danser én docent. Ik heb daar bewust veel tijd in geïnvesteerd”, vertelt ze.
Met het opbouwen van een netwerk begon Rebecca tijdens haar studie. “Ik liep bijvoorbeeld stage in Italië. Ook dat was een duidelijke keuze: ik was nieuwsgierig naar dans over de grens, buiten Nederland. Dit zijn contacten waar ik nu nog steeds profijt van heb.” Je moet voorkomen dat je geen nee durft te zeggen, weet Rebecca. Zelf was ze vlak na haar studie soms te loyaal naar opdrachtgevers. Tegenwoordig checkt ze regelmatig bij zichzelf: is dit waar ik blij van word? “Ik werkte een tijd bij een danscollectief. Dat was waardevol, maar ik merkte ook dat dit niet mijn pad was. Ik mocht blijven, maar toch stopte ik ermee.”
Iedere stap die Rebecca zette, droeg zo uiteindelijk bij aan haar doelen op de langere termijn. “Dat kon zijn: omdat ik iets leerde van een project, omdat ik het inhoudelijk interessant vond, maar soms ook gewoon omdat er brood op de plank moest komen of om mijn autonome werk van te betalen.” De keerzijde van trefzeker handelen is dat je geen stappen zet, bang om fouten te maken. Rebecca: “Dat is ook zeker niet de bedoeling. Ik zou tegen andere jonge makers zeggen: geef jezelf ruimte om te snuffelen. Alleen zo kom je erachter wie je bent, als maker én als mens. Ik doe dat nu ook nog. Bij een nieuwe opdracht gun ik mezelf drie maanden de tijd. Matcht het niet? Dan hak ik de knoop door. Er is altijd een weg terug.”
In het begin van haar carrière deed Rebecca mee aan iedere auditie, open call of oproep waarvan zij dacht dat het een match was of waar iets te leren viel. Ze maakte een filmpje (reel) van haar werk om in te sturen, en zorgde altijd voor actueel materiaal. En ze was eigenwijs. Mensen zeiden weleens tegen haar dat ze voor zekerheid moest kiezen, iets dat een dansersbestaan niet altijd biedt. Toch volgde ze haar gevoel. Lachend: “Dat was ploeteren. Maar ik merk nu: het betaalt zich terug. Mensen komen nu steeds vaker naar mij voor een samenwerking. Mijn tip is dus: probeer het, doe het, ploeter door. En maak keuzes. Uiteindelijk zie je dat je netwerk zich steeds meer vormt. En dan wordt het makkelijker. Maar die investering vanuit jezelf is wel nodig.”
Sebastiaan Bax | Muzikant
Als mensen weten waar jij je pijlen op richt, is ook duidelijk waarvoor ze je kunnen vragen.
Van jongs af aan weet Sebastiaan Bax wat hij wil: filmmuziek componeren. “Dat vertelde ik dus ook tegen iedereen. Later in mijn carrière heeft dat mij enorm geholpen. Want als mensen weten waar jij je pijlen op richt, waar je voor staat, dan denken ze ook aan jou als er iets interessants voorbij komt.” Sebastiaan koerste linea recta op zijn doel af. Hij maakte muziek voor films en kwam in contact met theatergezelschap Studio Figur, waar hij vervolgens voor componeerde. Dat bleek een eyeopener: “Bij de filmwereld dacht ik wel eens: ís dit het wel? Terwijl: met de theatermakers van Studio Figur maakten we sámen. Als componist was ik vanaf het begin bij zo’n voorstelling betrokken.” Het veranderde zijn kijk op zijn eigen praktijk. “Zo kwam ik erachter: dít is hoe ik wil werken, ook bij films. Wanneer ik met iemand in zee ga, is dat nu een belangrijke voorwaarde voor mij.”
Nog zo’n mooie samenwerking met een generatiegenoot, is die met Jikkie Schelling. Een filmmaker die op dat moment afstudeerde. In euro’s leverde dat eerste project weinig op, een waardevolle uitbreiding van zijn portfolio was het des te meer. Voor zijn muziek bij deze film won Sebastiaan de New Talent Award van Buma Music in Motion. Hetzelfde gold voor de samenwerking met Studio Figur, waarmee Sebastiaan ook een voorstelling maakte tijdens Over het IJ Festival. “Het is altijd een afweging: tot welk punt doe je onbetaald of slechtbetaald werk? Dit was voor mij een schot in de roos. Maar daar kom je alleen achter als je het probeert.”
Dat Sebastiaan veel samenwerkte en -werkt met generatiegenoten van andere kunstdisciplines, leverde hem dus een stevige basis op. Maar dat was niet het enige. Het verrijkte zijn maakproces, doordat hij in deze projecten veel ruimte kreeg. “Voorheen was ik erg hoofdelijk, wilde ik het eindresultaat vooraf al helder hebben. Ik wilde de controle houden over het maakproces”, blikt hij terug. “Nu combineer ik dit met een meer intuïtieve manier van maken. Die twee modi heb ik allebei nodig. Door composities te laten ontstaan, het eindresultaat wat meer los te laten, kom ik tot dingen die ik met mijn hoofd niet had kunnen bedenken. Ik word er zelf door verrast. De skills en het plan helpen me daarna om het af te maken.” Een netwerk heb je niet alleen nodig voor betaalde klussen. Het is ook fijn om te maken met gelijkgestemden. “Dat ik die generatiegenoten om me heen had en heb, werkt voor mij heel fijn. We staan op eenzelfde punt in onze carrières. Iedereen is op diens eigen manier de wereld aan het heruitvinden. We rammelen op eenzelfde manier aan het bestaande systeem. Dat je alleen al dat met elkaar kan delen, is voor mij onmisbaar in mijn werk.”
Noa Zuidervaart | Beeldend kunstenaar
Voed dat waar je blij van wordt.
Learning by doing. Dat geldt ook voor Noa Zuidervaart. Hij studeerde in 2021 af als illustrator aan Artez in Zwolle. Hoe schopte hij het in twee jaar tijd tot artistiek leider van Drawing Centre Diepenheim? “Ik organiseerde in 2021 een online afstudeerexpositie. Door corona was het namelijk onduidelijk of er iets fysieks kwam. Voor de expositie stelde ik zelf een groep samen van recente alumni van kunstopleidingen uit heel Nederland”, vertelt hij. Alles deed Noa zelf. “Subsidies regelen, een online omgeving maken, dat soort dingen. Het was leerzaam. Ik zag: als je een concreet plan hebt en je kunt dat beargumenteren, dan is daar geld voor. En ik merkte ook: hier krijg ik energie van.” Diezelfde energie kwam later nog een keer van pas, toen Noa deelnam aan een Apprentice/Master project van Kunstpodium T. “Met een groep van vier makers werkten we – onder begeleiding van een gevestigde kunstenaar – aan een tentoonstelling. We wonnen daarvoor de prijs voor best gelukte samenwerking. Daarna volgden nog twee tentoonstellingen. Zo had ik in één klap drie exposities op mijn cv staan.”
Noa maakte al eens een filmpje voor een crowdfunding van Diepenheim. Toen later een vacature voor een artistiek programmeur volgde, leek die hem op het lijf geschreven. Hij werkte er pas een paar maanden, toen alle alarmbellen in de organisatie rinkelden: er was acuut nood aan financiering, en Noa wierp zich op als schrijver van de subsidieaanvraag. Een plan waar hij, samen met het team, een maand lang tot diep in de nacht aan werkte. “Dat was een turbulente periode. En ik voelde ook de verantwoordelijkheid: als we dit niet krijgen, is het waarschijnlijk afgelopen met Diepenheim.” Tijdens het schrijven kreeg hij het voorstel: zou jij de artistieke leiding op je willen nemen? “Dat was ontzettend spannend. Ik was 24, en nog maar een half jaar aan boord. Maar ik was ook blij: ik hád het artistieke programma geschreven, dus ik zat er eigenlijk al in.”
Het is niet per se het pad dat hij voor zichzelf uitgestippeld had: een job als artistiek leider bij Diepenheim, naast zijn autonome kunstpraktijk. Toch verrijken beide werelden elkaar, merkt hij. “Voor nu voelt het goed. De mensen die ik via Diepenheim tegenkom, voeg ik ook weer toe aan mijn netwerk als kunstenaar en andersom. En het verbreedt mijn perspectief: ik zit niet alleen in mijn atelier, maar denk ook samen met een team na over hoe we onze artistieke programma’s kunnen verbinden aan de wereld om ons heen.” Zo werkte Noa de afgelopen jaren aan een stevige basis voor zijn makerschap. “Je kiest een richting, grijpt de kansen die zich voordoen en bouwt stap voor stap verder aan je pad. Zolang je alles waar je blij van wordt, voedt, ga je hoe dan ook de goede kant op.”
-
Stuur een e-mail naar Faye Holdert faye@cultuur-ondernemen.nl -
Bekijk de LinkedIn pagina van Faye Holdert