Skip naar content
Skip naar content

Interview Hoe gaan subsidieverstrekkers, zoals fondsen, om met de Governance Code Cultuur?

Veel culturele organisaties zijn voor een deel van hun inkomsten afhankelijk van bijdrages van de talloze fondsen in ons land. Dat kunnen particuliere fondsen zijn, die gefinancierd worden door private partijen, maar ook overheidsfondsen die budgetten van het rijk krijgen. In hoeverre wordt er door de fondsen bij de beoordeling van aanvragen gekeken naar naleving van de Governance Code Cultuur? Met andere woorden: komen organisaties die zich niet houden aan de richtlijnen door de ballotage van de subsidieverstrekkers? Een gesprek met twee fondsdirecteuren die allebei fervent voorstander van de Code zijn.

Hand in eigen boezem

Marie Hélène Cornips, algemeen directeur Fonds 21
Marie Hélène Cornips, algemeen directeur Fonds 21

“De kunstsector brengt prachtige dingen voort, die grote impact hebben op onze maatschappij, maar mensen beseffen dat soms niet voldoende. Ik vind dat je als sector zelf moet uitstralen dat je professioneel te werk gaat, de Governance Code Cultuur kan daarbij helpen”, zegt Marie Hélène Cornips, algemeen directeur Fonds 21. Fonds 21 is een particulier fonds, opvolger van SNS REAAL fonds, dat jaarlijks 7,5 miljoen euro ter beschikking stelt voor kunst en cultuur. Om in aanmerking te komen voor een donatie moeten organisaties aantonen dat ze zich houden aan de uitgangpunten van de Code. Ze moeten een onafhankelijk bestuur of raad van toezicht hebben en een rooster van aftreden. Als blijkt dat bijvoorbeeld een zakelijk leider ook bestuurslid is en daarmee niet voldoet aan de Code, wordt het donatieverzoek afgewezen. “Het is natuurlijk onwenselijk dat een zakelijk leider in het bestuur toeziet op zijn of haar eigen werk. Toch gebeurt dat nog regelmatig”, zegt Cornips. Volgens haar leidt een afwijzing van het Fonds ertoe dat culturele organisaties hand in eigen boezem steken en hun governance aanpassen. “Het jaar daarop kunnen ze opnieuw een aanvraag indienen en alsnog een donatie krijgen”, aldus Cornips.

Bewustwording

Henriëtte Post, directeur-bestuurder Fonds Podiumkunsten
Henriëtte Post, directeur-bestuurder Fonds Podiumkunsten

Het Fonds Podiumkunsten, een overheidsfonds, gaat iets coulanter om met organisaties die hun zaken niet op orde hebben. Volgens directeur-bestuurder Henriëtte Post krijgen zij een termijn om eventuele fouten te herstellen. “Hun recht op subsidie voor dat jaar vervalt niet onmiddellijk”. Ieder jaar stelt het Ministerie van OCW ruim 62 miljoen euro ter beschikking aan het Fonds Podiumkunsten. De door het fonds uitgekeerde bedragen variëren sterk. Het kan gaan om een paar honderd euro aan reiskosten (bijvoorbeeld voor een componist die in het buitenland een masterclass geeft rondom zijn eigen werk), maar ook om een meerjarige subsidie van vijf ton per jaar aan een toneelgezelschap. “Als je als culturele instelling publieke middelen ontvangt is het van belang dat je verantwoording kan afleggen over de besteding van het geld, het vergroot het draagvlak in Nederland voor het verstrekken van kunstsubsidies”, zegt Post. “Voldoen aan de Code is geen bureaucratische exercitie, maar een manier om je eigen zelfreflectie te organiseren. Vroeger bestond er een soort romantisch beeld van een bestuursfunctie in de culturele sector; het werd beschouwd als een erebaantje. Mede door invoering van de Code zijn bestuursleden en leden van een raad van toezicht zich bewuster geworden van hun toegevoegde waarde. Het is goed dat mensen van buiten je organisatie met je meekijken, daardoor kan er eerder worden ingegrepen of bijgestuurd”, aldus Post.

Stakeholders, fatsoenlijk salaris en transparantie

Bij subsidieontvangers onderzoekt het Fonds Podiumkunsten ook hoe ze zich rekenschap geven van hun stakeholders. “Een goede relatie met stakeholders is essentieel”, zegt Post. Bezoekers bijvoorbeeld zijn volgens haar veelal de voornaamste inkomstenbron en leveren vaak meer geld op dan een subsidie. “Het is daarom goed eens in de zoveel tijd bijvoorbeeld een publieksonderzoek te laten uitvoeren”. Daarnaast willen beide fondsen weten of organisaties zich al dan niet aan honorariumrichtlijnen en cao’s houden. “Als er zaken niet goed geregeld zijn, gaan we daarover in gesprek. Er wordt weleens gesuggereerd dat podiumkunstenaars ook wel optreden voor uitsluitend reiskostenvergoeding, maar dat vind ik ongepast. Wij willen de sector verder professionaliseren en daar hoort een fatsoenlijk salaris voor kunstenaars en uitvoerenden bij”, benadrukt Cornips van Fonds 21. “Wij streven naar kwaliteit en hanteren dus ook strenge eisen bij donatie-aanvragen. Als een museum een donatieverzoek indient voor een tentoonstelling die inhoudelijk weinig toevoegt en volstrekt niet in lijn is met voorgaande projecten, kan het gebeuren dat Fonds 21 het donatieverzoek afkeurt. Slechts 38% van alle aanvragen wordt gehonoreerd. We zijn heel transparant over onze besluiten, op onze site publiceren we welke projecten geld krijgen en waarom. Ook afwijzingen lichten we desgewenst toe”.

Goede gesprek

Volgens Henriëtte Post is het een goede zaak dat de oude Code nu tegen het licht is gehouden en er een update plaatsvindt. Wel vindt ze dat er meer rekening gehouden moet worden met kleinere organisaties. “Voor hen is het opstellen van een jaarverantwoording veel werk en ontbreekt het geld en de mankracht voor bijvoorbeeld een publieksonderzoek, terwijl het ook voor die instellingen belangrijk is dat zij geënthousiasmeerd worden het ‘goede gesprek’ te voeren”, aldus Post. “Fonds 21 heeft de Code vanaf het begin omarmd" vertelt Cornips. "Dit in tegenstelling tot veel andere particuliere fondsen die er het nut niet voldoende van inzien. Misschien moet ik ze wijzen op een dubieuze uitspraak van minister Wiebes onlangs in het tv-programma Zomergasten. Hij beweerde dat kunst een hobby is; als mensen zo kijken naar kunst is dat niet goed. Ik realiseerde me dat wij er als sector alles aan moeten doen om zelf het goede professionele voorbeeld te geven, dat kan onder andere door de Code toe te passen”, aldus Cornips.

Lees meer over goed bestuur en toezicht in de Governance Code Cultuur 2019.