Skip naar content
Skip naar content

Verdieping Werken aan een diverse mix van structurele inkomsten? Vier inzichten van FAAM Utrecht

FAAM Utrecht koppelt kunstenaars en wetenschappers aan elkaar en regisseert zo interdisciplinaire samenwerkingen. En met succes. Krap zes jaar na het ontstaan werkt de stichting in opdracht van onder meer Stedelijk Museum Amsterdam en GGD regio Utrecht, en steeg de omzet in twee jaar tijd met 270%. Naast betaalde opdrachten ontwikkelt FAAM autonome projecten. Een diverse financieringsmix met structurele geldstromen uit zowel private als publieke bronnen is hierbij onmisbaar. Hoe pakt FAAM dit aan? Vier inzichten van oprichter Annette Knol.

Veel kennis van de theorie, ja, dat hadden Annette Knol en Nina Nijenhuis na hun studie Kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht absoluut.Maar hoe werkt het kunstenaarschap nu in de praktijk? Voor hen zat daar een gapend gat, en vooral: een grote nieuwsgierigheid. Ze wilden meer contact met makers. En andersom, zo stelden ze zich voor, was er bij makers vast ook behoefte om hun werk steviger te duiden vanuit de wetenschappelijke theorie, de grotere context.

Portretfoto Annette Knol, fotografie Lisanne Lentink
Annette Knol, fotografie Lisanne Lentink

Zo ontstond FAAM: een stichting die makers en denkers bij elkaar brengt. Het begon met een kunstroute langs kamers van kunstgeschiedenisstudenten, waar makers van de HKU exposeerden. Al snel kwamen daar andere projecten bij. Van een onderzoekstraject naar gebruik van de publieke ruimte op het Utrechtse Berlijnplein met RAUM, een museumnacht bij Stedelijk Museum Amsterdam tot elk kwartaal een nieuwe expositie in de soakliniek van GGD regio Utrecht. Ook werd de doelgroep breder: van enkel studenten Kunstgeschiedenis en studenten van de HKU naar allerlei jonge Utrechtse makers en jonge Utrechtse denkers. Daaronder vallen studenten, autodidacten en alumni uit verschillende disciplines en expertises: van wiskundigen tot performers.

FAAM werkt in opdracht én autonoom. De organisatie verdient geld via de betaalde klussen, en is voor de autonome kant afhankelijk van alternatieve bronnen, zoals subsidies. Alles bij elkaar levert dat een gevarieerde financieringsmix op. En dat is interessant, want daarmee is de organisatie minder afhankelijk van één of een paar bronnen.

Maar hoe krijgen zij zo’n financieringsmix voor elkaar? En welke uitdagingen liggen er voor FAAM Utrecht? Annette Knol deelt vier inzichten.

Inzicht 1: Wees niet bang om te starten

“Hoe het in het begin ging?” Annette lacht breed als ze aan de eerste jaren van FAAM denkt. “We deden het gewoon.” Er was geen perfect omlijnd plan of jarenlange strategie. Nee, met nieuwsgierigheid als ontembare drijfveer startten Annette en Nina, en later een groeiend team, met waar ze voor hun gevoel moesten starten. Hartstikke intuïtief. “Heel veel wisten we nog niet. Het schrijven van een subsidieaanvraag, het maken van een sluitende begroting en een projectplan. We begonnen gewoon. En dat gaf duidelijkheid: aha, dít is dus nodig om een project van de grond te krijgen. Vaak ging het goed, soms niet. Learning by doing, dus.”

Vaak ging het goed, soms niet. Learning by doing, dus

De kunstroute langs kamers van kunstgeschiedenisstudenten was een succes. Toch kwam er geen tweede editie: corona. “Terugkijkend was dat voor ons niet eens zo erg. We gooiden het over een andere boeg, zochten naar nieuwe kansen. Zo kwam het dat we breder gingen kijken naar wat interdisciplinaire samenwerking tussen makers en denkers op kan leveren”, vertelt Annette. Inmiddels is FAAM een wat atypische organisatie. De stichting jaagt aan, produceert, initieert en presenteert. Dat valt lastig in een hokje te stoppen. Annette: “Ik noem ons nu ontwerpers van interdisciplinaire processen. Het werken met makers is heel anders dan het werken met denkers. Die twee werelden bij elkaar brengen en met elkaar samen laten werken: daar zijn we sterk in. Maar daar zijn we pas gaandeweg achter gekomen. Als we het niet gewoon waren gaan doen, was FAAM niet geworden wat het nu is.”

Licht/Donker
Tijdens Licht/Donker, een interactieve expositie door jonge Utrechtse makers en denkers in De Havenloods. Fotografie Joep de Wildt

Inzicht 2 Zet in op (door)ontwikkeling

Gewoon beginnen, learning by doing, afgaan op je intuïtie: dat klinkt natuurlijk mooi, zéker voor de eerste periode dat een bedrijf bestaat. Het geeft je de flexibiliteit en vrijheid om te ontdekken en te experimenteren. Tot je beet hebt, en merkt: dít is waar ik als ondernemer blij van word, waar markt voor is én waar ik iets kan toevoegen. Daar hoort een professionaliseringsslag bij: een andere manier van organiseren, plannen en inkomsten genereren. Annette: “We hebben nu een kernteam van vier mensen. En we vragen komend jaar een tweejarige subsidie aan. Dat is een grote, nieuwe stap voor FAAM. Dan moeten we ook laten zien dat we met iets wezenlijks bezig zijn. En dat we nadenken over de toekomst van ons bedrijf.”

Het besef kwam: we moeten nadenken over onze waardepropositie.

Het gaat bij FAAM nu veel meer dan in die beginperiode over de lange termijn, in plaats van hoppen van project naar project. “Het besef kwam: we moeten nadenken over onze waardepropositie. Voor wie zijn we er en wat hebben we te bieden?”, legt Annette uit. “Ik schreef me in voor een ontwikkelprogramma van Art-up, een soort snelkookpan van drie maanden om een volgende stap te zetten in mijn persoonlijke en zakelijke ontwikkeling.” En natuurlijk, vertelt ze, dat kost ook wat. Maar zo’n investering in jezelf is op een bepaald moment absoluut nodig. “Bewustwording is één, maar er ook echt tijd voor vrijmaken is twee. In de dagelijkse drukte lukt dat vaak niet. Zo’n ontwikkelprogramma dwingt je om heel bewust bezig te zijn met de toekomst. En dat heeft mij en FAAM enorm verder geholpen.”

Inzicht 3: Zorg voor een financieringsmix die past bij de artistieke én zakelijke doelen

Je start, groeit door, hebt succes. Hoe zorg je er nu voor dat de zaak in balans blijft? Voor FAAM is dat, zoals voor veel ondernemers in de cultuursector, een wezenlijke vraag. De stichting heeft namelijk zowel artistieke doelen als zakelijke doelen. Er zijn autonome projecten én projecten in opdracht. De organisatie, met inmiddels een klein betaald team op projectbasis, moet op een gezonde manier blijven draaien. Tegelijkertijd is het fijn als de projecten die ze doen, interessant genoeg zijn en blijven passen bij dat wat voor de stichting belangrijk is. Annette: “Ieder jaar maken we daarom een jaarplan. Daarin beschrijven we wat we dat jaar gaan doen: zoveel opdrachtwerk, zoveel autonome projecten en zoveel korte opdrachten die vooral rendabel zijn.” Zo houdt FAAM steeds grip op de artistieke én de zakelijke kant van de organisatie. “Het jaarplan is leidend voor hoe we onze tijd verdelen en welke opdrachten we aanpakken.”

Bij een gevarieerd jaarplan als dat van FAAM, hoort een diverse financieringsmix. Voor autonome projecten zijn bijvoorbeeld projectsubsidies geschikt, zoals in hun geval van gemeente Utrecht. Dan zijn er de maker-denker estafettes – waarbij ze kunstenaars en wetenschappers in verschillende cycli laten onderzoeken en ontwerpen, steeds opnieuw en dus iteratief, tót er een innovatieve oplossing of creatief antwoord is voor een bepaalde (maatschappelijke) vraag. Voor deze estafettes benadert FAAM opdrachtgevers binnen én buiten de cultuursector, en verdienen ze hier op deze manier geld aan. Tot slot zijn er korte, rendabele projecten. Deze projecten zijn artistiek gezien minder interessant, maar kosten ook relatief weinig tijd. Het grote voordeel is dat ze fijn zijn voor op de balans.

Financiering FAAM 2023

Tekstomschrijving financieringsopbouw van FAAM in 2023

V.l.n.r:

  • Financiering FAAM 2023: 38% publiek-private fondsen, 27% publieke fondsen, 23% betaalde opdrachten, 9% private fondsen, 3% publieksinkomsten.
  • Betaalde opdrachten FAAM: 48% Regionaal Archief Zuid-Utrecht, 24% Stedelijk Museum Amsterdam, 13% GGD Regio Utrecht, 12% Stichting LustrumOpera, 3% Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, Stichting Das Spectrum.
  • Private en publiek-private fondsen FAAM: 81% Cultuur Innovatiefonds Provincie Utrecht, een publiek-private samenwerking van Provincie Utrecht, Gemeente Amersfoort, Gemeente Utrecht, Cultuurfonds, Stichting Elise Mathilde Fonds, K.F. Hein Fonds en Fonds 21, 8% Elise Mathilde Fonds, 8% K.F. Hein Fonds, 3% Boellaardfonds.
  • Publieke fondsen FAAM: 57% Gemeente Utrecht, 43% Provincie Utrecht.

FAAM richt zich nu steeds meer op structurele inkomsten. Dan is het fijn als opdrachtgevers tevreden zijn en terug blijven keren. “Met onze betaalde opdrachten bouwen we aan een continue onderstroom van inkomsten”, vertelt Annette. Deze inkomsten dragen bij aan risicospreiding: als bij FAAM een inkomstenbron wegvalt, zijn er altijd nog andere inkomsten. “Daardoor kunnen we nu ook echt nadenken over de lange termijn.” Een andere bron van structurele inkomsten is voor FAAM de aanvraag voor meerjarige subsidie, waaraan het team nu werkt. “Op die manier houden we ruimte op de balans voor zowel de zaken die we artistiek gezien belangrijk vinden, als voor de meer zakelijke doelen van de organisatie.”

Met onze betaalde opdrachten bouwen we aan een continue onderstroom van inkomsten

Dat FAAM een aardig percentage aan eigen inkomsten genereert, zorgt naast een stevige basis ook voor een dilemma. “Voor de projecten die we autonoom doen, vragen we subsidie aan. Maar zo’n fonds kan best zeggen: jullie krijgen geen bijdrage, want jullie kunnen prima zelf de broek ophouden. Terwijl: dat geld hebben we ook nodig om de juiste balans in de organisatie te bewaren. We moeten dus heel goed beschrijven waarom de combinatie van betaalde en autonome projecten ontzettend belangrijk is voor wie wij zijn. Ruimte voor experiment is en blijft superhard nodig.”

Inzicht 4: Zie en bepaal de waarde van je werk

Intiem2024
Intiem2024 voor GGD Regio Utrecht met maker Pam van Manen en denker Astrid Goossens

Ondernemers in de cultuursector moeten hun waarde inzien, zonder zichzelf ondergeschikt te maken aan andere sectoren. Annette: “Voor mij is alles cultuur.” Vurig: “Zonder cultuur kun je niet ademen. Die noodzaak moeten we voelen en vertellen. Culturele organisaties voorop. Dáár begint het mee.” Natuurlijk: de zorg, het onderwijs, ICT. Ze zijn allemaal onmisbaar. Maar dat zijn wij óók, vindt ze. “Als wij dat niet uitdragen, wie doet het dan wel?”

Desondanks was het bepalen van de waarde van hun werk ook voor FAAM een zoektocht. “Toen we via via bij de GGD terechtkwamen, hadden we geen idee van wat ons werk waard was. Ook niet in euro’s. Nu weten we dat beter, en durven we steeds realistischere prijzen te stellen. Fair pay vinden we belangrijk.” De offerte voor een betaalde opdracht moet niet alleen de kosten voor het project afdekken, maar ook een stuk onderzoek en ontwikkeling. “Van die expertise profiteren opdrachtgevers namelijk ook. Maar dat is zeker zoeken.”

Weet wat je waard bent, is dus het credo. Dat geldt net zo goed voor FAAM. “En daarmee slaan we meteen ook een brug naar andere sectoren. We zijn er niet alleen voor de slingers en de franje. We hebben echt iets toe te voegen aan de wereld. En daar mag een geldelijke waarde tegenover staan. Daarin is een kentering gaande, maar er valt ook nog heel wat te winnen. Een mooie uitdaging om mee aan de slag te gaan.”

Hoe zorg je voor een diverse mix van structurele inkomsten voor jouw organisatie? Doorloop dan de verschillende stappen uit de Culturele Financieringswijzer. Wil je sparren met een adviseur over jouw project? Dat kan met een oriëntatiegesprek. We helpen je graag vooruit!