Interview Zakelijk Bekeken - Interview met Emilie Gordenker, directeur Van Gogh Museum
De juiste balans zoeken tussen het artistieke en het commerciële, dat is een van de redenen waarom Emilie Gordenker graag directeur wilde worden van het Van Gogh Museum. “Ik maak niet zo veel onderscheid tussen wat winstgevend is en wat artistiek ondernemend is. Je moet gewoon vooruit blijven kijken en jezelf steeds blijven onderscheiden”. De afgelopen tien jaar zette ze Het Mauritshuis in Den Haag internationaal op de kaart. Met het Van Gogh Museum, waar ze sinds februari directeur is, heeft ze een andere missie.
Wie naar het CV van Emilie Gordenker kijkt ziet één thema vaker terugkeren: kleding. De kunsthistorica begon haar carrière als leidinggevende op de mannenpakkenafdeling van een Amerikaans warenhuis. Daarna promoveerde ze op de kleding die te zien is op schilderijen van Anthony van Dyck. En de aanleiding voor dit interview is de samenwerking tussen het Van Gogh Museum en modelabel Daily Paper: T-shirts, truien en jassen geïnspireerd op het werk van de beroemde schilder.
Nou heeft Gordenker zelf eigenlijk niet bovenmatig veel met kleding, vertelt ze in een video-interview terwijl ze een snelle blik werpt op haar zwarte coltrui. Maar toch zegt het wel iets over haar eigenzinnigheid: “De rest van de faculteit nam mijn promotie over kleding niet echt serieus, totdat ze het proefschrift lazen.” En het laat ook haar talent zien om kunst voor een breed publiek toegankelijk te maken zonder dat het plat wordt: “De samenwerking met Daily Paper heeft een keihard commercieel aspect, maar wat ik mooi vind is dat het over méér gaat dan alleen reproducties van de tekeningen en schilderijen. Het label heeft zich echt verdiept in wie Van Gogh was als kunstenaar en mens.”
'Zelfverdiencapaciteit'
Ze was net een paar weken begonnen aan haar nieuwe baan toen de coronacrisis uitbrak, Na een gedwongen sluiting in maart is het Van Gogh Museum sinds 1 juni weer open, maar komt er nog maar een fractie van de bezoekers die ze gewend zijn. “In de laatste week van september hadden we op werkdagen 400-500 bezoekers per dag, dat is minder dan 10 procent van wat we normaal hebben.” Duitse en Belgische toeristen blijven weg omdat Noord-Holland voor hen als risicogebied is aangemerkt, maar ook Nederlanders zijn nu voorzichtiger met het bezoeken van Amsterdam.
Wij zijn zeer aangemoedigd om op eigen benen te staan en dat hebben we goed gedaan, maar dat komt nu echt veel slechter uit.
Wat het extra moeilijk maakt: het Van Gogh Museum heeft een hoge ‘zelfverdiencapaciteit’ met 89 procent eigen inkomsten. Maar dat betekent ook dat ze nu een veel groter verlies lijden dan instellingen die meer op subsidie leunen. “Wij zijn zeer aangemoedigd om op eigen benen te staan en dat hebben we goed gedaan, maar dat komt nu echt veel slechter uit. Daarom hebben we die steun van de overheid echt wel nodig.”
Hoe is het om zo aan een nieuwe baan te beginnen?
“Ik heb het idee dat ik jaren werk in een paar maanden moet proppen. Er was best wel veel wat ik wilde doen: ontdekken hoe de eigen organisatie in elkaar zit, hoe je afdelingen wilt organiseren, wat voor vaardigheden je in huis nodig hebt. Dat was ik eigenlijk pas aan het inventariseren toen de crisis kwam. En opeens moet je dan keuzes gaan maken. Dus dat is best wel een uitdaging. Als ik een jaar had meegedraaid, had ik dat beter kunnen afwegen. Gelukkig heb ik veel hulp van collega’s en de Raad van Toezicht.”
Hoe ben je te werk gegaan?
“Ik heb met alle medewerkers gesprekken gevoerd en gevraagd: wat is de kern van wat we hier doen? Het antwoord was meteen duidelijk: het is de combinatie van de kunstwerken, de collectie en de brieven van Van Gogh die allemaal bij elkaar zijn. Dat is wat ons onderscheidt van de rest van de museumwereld. Als je daarmee begint, kun je dat vervolgens gebruiken voor elke afweging die je moet maken. Bijvoorbeeld: is zo’n samenwerking met Daily Paper interessant? Ja, want het gaat terug naar de kern. Ik denk dat het heel belangrijk is, dat mensen echt met z’n allen samenwerken voor hetzelfde doel.”
Je wilt het museum niet uithollen.
Voor welke vragen staan jullie nu?
"Hoe lang kunnen we toekomstbestendig blijven met weinig bezoekers? Zodat we weer op kunnen veren op het moment dat het kan. We moeten moeilijke keuzes maken. Projecten die al jarenlang aan de gang zijn moeten we pauzeren of afblazen. Dat is heel lastig. Op alle fronten kijken we naar de kostenbasis en moeten daarin keuzes maken om de belangrijkste speerpunten overeind te kunnen houden. Je wilt het museum niet uithollen.”
“Zo doen we voorlopig minder tentoonstellingen met dure bruiklenen uit het buitenland, maar putten we meer uit eigen collectie. Begin oktober is bijvoorbeeld een tentoonstelling over de brieven van Van Gogh geopend. Dat past goed bij deze tijd: we zijn nu allemaal op nieuwe manieren in contact met elkaar. Die brieven gaan er ook over hoe we aan elkaar vertellen wat er in ons omgaat. Dat is heel relevant nu.”
Wat doen jullie nog meer om de aandacht van bezoekers vast te houden?
“We bedenken steeds: wat speelt er nu, wat hebben we in huis en hoe kunnen we dat aan elkaar koppelen om toch top of mind te zijn? Zo hebben we tijdens de lockdown hoogwaardige reproducties uitgeleend voor bij mensen thuis. Ik heb er zelf nog een gebracht naar een dame die in de zorg werkt, dolblij was ze. En natuurlijk doen we veel online, zoals een boekenclub op Facebook. Het mooie is dat Van Gogh zelf als figuur heel veel kansen biedt. Veel mensen zeggen: hij biedt mij troost.”
Hoe gaat het met jullie sponsors en samenwerkingspartners?
“Tot nu toe gaat het heel goed, sterker nog: we hebben er een paar nieuwe bij. Zo zijn we in juli een samenwerking begonnen met DHL, een van de bedrijven die het juist goed doet in deze crisis. We merken dat de steun van particuliere gevers nu juist heel groot is. De brievententoonstelling is bijvoorbeeld zwaar ondersteund door een particulier. Corporate sponsors zijn denk ik wel kwetsbaarder. Dat heb ik in de crisis van 2008 ook meegemaakt: als een bedrijf in zwaar weer zit en ze moeten mensen ontslaan, dan begrijp ik ook wel dat ze afhaken. Daar hebben we alle begrip voor natuurlijk, maar toch denk ik dat we iets kunnen bieden waardoor die bedrijven echt profijt hebben aan de samenwerking. Bijvoorbeeld een uitje naar het museum met een kleine groep, maar ook online lezingen of seminars.”
We merken dat de steun van particuliere gevers nu juist heel groot is.
Wat is jouw missie met het Van Gogh Museum?
“Ik wil een beetje af van het groeimodel. Ik vind het belangrijker verschillende doelgroepen te bereiken dan dat het aantal bezoekers elk jaar stijgt. Wij willen voor de langere termijn zorgen dat we echt omarmd worden door iedereen, ongeacht je achtergrond. Ik vraag me af: wie hebben we nog niet bereikt? En waarom niet? En wat leren we daarvan? Stel er is veel interesse in Zuid-Amerika. Wat willen zij weten? Zijn er vragen die wij onszelf niet hadden gesteld? Wij zijn een autoriteit op het gebied van Van Gogh, maar je kunt altijd meer leren als je open staat voor vragen en nieuwe benaderingen. Dat is denk ik heel belangrijk.”
Heb je al wel eens zo’n vraag gehad uit een onverwacht veld?
“Met het project ‘Van Gogh verbindt’ richten we ons op jongeren met een biculturele achtergrond. Daar is bijvoorbeeld de samenwerking met Daily Paper uit voortgekomen. En we hebben een denktank opgericht, die we de Beeldbrekers noemen. Zij hebben mij veel kritische vragen gesteld toen de Black Lives Matter-beweging opkwam. Als museum is je eerste neiging om heel voorzichtig te zijn en daarover hebben zij mij best wel op mijn kop gegeven. Dat was een heel interessant gesprek. Dat is ook ondernemen trouwens: als je risico’s neemt maak je ook fouten. Dat betekent niet dat je gefaald hebt, maar het gaat erom: wat leer je ervan? Hoe ga je er mee verder? Ik denk dat je lef moet hebben om relevant te blijven. Als je alleen maar heel voorzichtig de dingen doet die je altijd gedaan hebt, dan ben je niet meer een museum van deze tijd.”
Ik denk dat je lef moet hebben om relevant te blijven.
Is de rol van de museumdirecteur veranderd?
“Ja. Musea zijn in de negentiende eeuw in het leven geroepen voor het verzamelen en bewaren van objecten. Dat blijft een kerntaak, maar publiek is steeds belangrijker geworden. Toen ik begon als museumdirecteur in 2008 was de opdracht: je moet toegankelijker worden. Nu zie je dat een breder publiek naar musea gaat en dat betekent ook dat je ander soort vragen krijgt en er rond kunstwerken maatschappelijke discussies worden gevoerd.”
“Er is bijvoorbeeld veel discussie geweest toen we een schilderij kochten van Edgar Degas met daarop een naakte badende vrouw. Wat doe je daarmee in het Me Too-tijdperk? Ik heb nooit gezegd dat we het stuk niet zouden tonen, maar het is wel interessant dat mensen op de eeuwenoude discussie over het laten zien van een naakte vrouw nu specifiek ingingen. Naar mijn mening moet je die discussies omarmen, daar ontwikkel je door. We moeten dat soort gesprekken aandurven zodat mensen ook niet vergeten dat de dingen die we doen, de kunstwerken die we tonen, de kennis die we opdoen, dat dat echt nog leeft vandaag de dag. Ik hou van openheid in discussie en vind dat we elkaar daarin moeten ondersteunen als collega’s. Niet elkaar afbranden maar zeggen: waar was je eigenlijk mee bezig? Hoe kan ik je helpen? Dat is een houding die ik graag zie. Het is soms een risico maar ik denk dat dat het risico meer dan waard is.”
Hoe heeft jouw Amerikaanse achtergrond je beïnvloed?
“In Amerika heb je veel minder faalangst. Je wordt echt opgevoed om dingen te durven en zelfverzekerd te zijn. Maar met een Amerikaanse vader en een Nederlandse moeder ben ik ook altijd een buitenstaander geweest. Dat heeft ook wel z’n voordelen dat je naar dingen kijkt met een neutralere blik, omdat je altijd een beetje afstand neemt. Dat helpt me in afwegingen die ik moet maken. Ik denk minder vanuit een eigen cultuur of identiteit maar denk: hoe is dit voor het geheel?”
Hoe kijk je naar de komende tijd?
“We wilden ons sowieso heroriënteren op Nederlandse bezoekers, dus dat komt goed uit. We merkten dat Nederlanders het idee hebben dat we alleen een museum zijn voor toeristen, daar willen we vanaf. Ook richten we ons op herhaalbezoek. Niet dat als je een keer bent geweest je niet terug hoeft te komen. Maar verder is het echt koffiedikkijken nu. We weten niet hoe het steunpakket voor cultuur er uit gaat zien volgend jaar, we weten niet hoe lang deze crisis doorgaat en hoe het verder gaat met de beperking van reismobiliteit. Het is nu door deze moeilijke periode heen zien te komen, maar ik verheug me op de opbouw.”
Strategie in Beeld
Meer leren over hoe zakelijk leiders en directeuren strategisch denken binnen hun organisatie? Cultuur+Ondernemen organiseert de bijeenkomstenreeks Strategie in Beeld. Lees dit verslag voor een impressie en houd onze agenda in de gaten voor de volgende editie.
Strategisch leiderschap
Hoe kan je als strategische leider je organisatie helpen om in die mist de strategische koers uit te zetten? De Baak schreef er een uitgebreid artikel over. Geïnteresseerd in hun opleidingen? Cultuur+Ondernemen biedt mensen uit de cultuursector de kans deze te volgen tegen een sterk gereduceerd tarief.
Ondernemen 2.0
De publicatie 'Ondernemen 2.0' brengt de strategie van succesvolle culturele organisaties in beeld. Deze publicatie is bedoeld om instellingen te helpen zich verder te ontwikkelen en toekomstbestendiger te maken. Download de publicatie.
-
Stuur een e-mail naar Karen de Meester karen@cultuur-ondernemen.nl -
Bekijk de LinkedIn pagina van Karen de Meester