Skip naar content
Skip naar content

Interview Ondernemerslessen van Jon Heemsbergen

In plaats van terug te kijken, focust Jon Heemsbergen - oprichter van Art-up en voormalig zakelijk leider van We Are Public - zijn blik liever op de toekomst. “Door te doen wat je al deed, ga je geen nieuwe financiering vinden.”

Portret Jon Heemsbergen


In januari 2020 ging het allereerste incubator-programma ooit in de Nederlandse cultuursector van start. Met Art-up, een initiatief van Jon Heemsbergen en Anne Houwing, werken start-ups in de cultuursector aan innovaties. “In andere sectoren, zoals tech, gebeurt dat al veel langer. Daar is ruimte om te pionieren, uit te proberen. Die ruimte is er in de cultuursector nog te weinig.”

Over incubator-programma’s en lean start-ups

Een incubator is een bedrijf dat andere nieuwe bedrijven helpt met starten en groeien. Bijvoorbeeld met trainingen, ondersteuning of door starters met andere starters samen te laten werken. Art-up is een incubator voor de kunst- en cultuursector.

Startende ondernemingen werken vaak met de lean start-up methode. Dat betekent dat ze ideeën snel en laagdrempelig testen. Werkt het? Dan werken ze hun prototype verder uit. Werkt het niet? Dan schaven ze bij of beginnen ze opnieuw.

Hoe kwam je daarachter?

“We Are Public was in 2014 iets compleet nieuws. Een groot deel van de stoelen in de zaal die normaal leeg blijven alsnóg verkopen, via een abonnementsmodel. Win-win, dachten we. Want: meer bekendheid voor je organisatie, plus nieuwe klanten in huis én een grote kans op herhaalbezoek. Toch kostte het veel moeite. Om het vertrouwen van culturele organisaties te krijgen. Om startfinanciering te vinden. En om gewoon de ruimte te hebben om zo'n nieuw plan uit te proberen en bij te stellen.”

Ondernemerschap in de cultuursector draait om samenwerken. Daar ben ik van overtuigd. Samen zorg je ervoor dat niet alleen jouw deel van de taart groeit, maar dat de taart in z’n geheel groter wordt.

Hoe kregen jullie het toch voor elkaar?

“Ondernemerschap in de cultuursector draait om samenwerken. Daar ben ik van overtuigd. Samen zorg je ervoor dat niet alleen jouw deel van de taart groeit, maar dat de taart in z’n geheel groter wordt.Toch reageerde een deel van de culturele organisaties in eerste instantie defensief op We Are Public. Wie zegt dat de mensen die ons straks tegen gereduceerd tarief bezoeken, niet gewoon onze vaste bezoekers zijn? Bedreigt We Are Public ons toch al zo wankele verdienmodel? Voor ondernemen is lef nodig. Vertrouwen in resultaten die je vooraf nog niet altijd kunt voorspellen. Onzekerheid omarmen. Daarom was investeren in de vertrouwensband met organisaties van belang. Pas na verloop van tijd konden we met cijfers aantonen dat er ook echt meer en nieuwe bezoekers kwamen.”

Wat zijn je belangrijkste lessen uit die tijd?

“Binnen de meeste bestaande financieringsmodellen in de cultuursector is het lastig om aan vernieuwing te werken. Je dient een plan in, krijgt een eenmalige subsidie, en daarna moet je verantwoorden wat je hebt gedaan en wat je hebt bereikt. En dat is terecht natuurlijk, want het gaat om publiek geld. Maar daardoor zie je vaak dat als een plan niet goed lukt, organisatoren toch koste wat kost proberen om er het beste van te maken. Terwijl je als ondernemer op zo’n moment eigenlijk zou moeten zeggen: we stellen onze plannen bij. Net zolang tot je écht een nieuwe aanpak hebt ontwikkeld, die waarde toevoegt. Daarvoor zijn nieuwe manieren van financieren nodig.”

Vanaf juli 2016 raakte Heemsberger intensiever betrokken bij WeArePublic, als zakelijk leider. Een jaar later begon hij aan Art-up.

Waarom startte je al zo snel met iets nieuws?

“Het idee voor Art-up komt direct voort uit mijn ervaringen bij We Are Public. Als start-up misten wij namelijk ook ondersteuning, hulp, gelijkgestemden en de ruimte om te innoveren. In andere sectoren zag ik dat die ruimte er wel was. Niet alleen in de technologie, maar ook steeds vaker in maatschappelijke sectoren. Toen dacht ik: shit, dit hadden wij ook moeten hebben. En: waarom is dat er in de cultuursector nog niet? Anne (Houwing, red.) dacht er net zo over. Dus toen zijn we gaan onderzoeken. Zijn er meer organisaties die hier tegenaan lopen? Wie zijn die vernieuwers? En wat hebben zij nodig? En hoe kunnen we innovatie in de cultuursector aanjagen?”

En wat kwam daaruit?

“De behoefte was er zeker, alleen passend aanbod ontbrak. Veel bestaande incubator-programma’s zijn namelijk winstgedreven. Ze werken met aandelenpakketten. Als één op de twintig start-ups die ze begeleiden bijvoorbeeld de nieuwe Uber blijkt te zijn, dan verdienen ze daar flink op. Maar in de cultuursector werkt dat niet zo. De impact van de cultuursector zit ‘m niet zozeer in wat het financieel oplevert, maar in wat het bijdraagt aan de maatschappij."

"De kennismaking met partijen die zich bezighouden met de ontwikkeling van social enterprises zorgde bij mij voor een mindshift. Zij richten zich op start-ups rond innovatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Daarbij krijgen ze steun van zogenaamde impact-investeerders. Dát kan dus ook. Partijen die financieren en inhoudelijke ondersteuning bieden op basis van maatschappelijke impact, in plaats van winst."

"Maar bij al die partijen bleek: voor hen is de cultuursector geen prioriteit, zij richten zich op duurzaamheid, zorg of onderwijs. Dus toen besloten we: dan moeten we het zelf opzetten. Zo ontstond Art-up. Voor de uitvoering zochten we een partner met de juiste ervaring én die de maatschappelijke context snapt. Om zo de kennis over het ontwikkelen van een dergelijk programma naar binnen te halen en niet zelf een wiel uit te vinden. Voor een deel van onze trainingen werken we nu bijvoorbeeld samen met Impact Hub Amsterdam.”

Art up training

In januari 2020 is het eerste programma van Art-up gestart. Onder begeleiding van een coach ontwikkelen deelnemers hun project volgens de lean startup-methode. Ze maken een prototype, toetsen aannames, evalueren de resultaten en zetten een volgende stap. Ook zijn er trainingen en heeft iedere deelnemer een mentor.

Hoe gaat het nu?

“Het is super waardevol om kennis en vaardigheden met een groep gelijkgestemden te delen. Dat merken we nu al. De zes deelnemers werken aan hun onderneming, met elkaar. Daarnaast vormen de trainingen een vrij groot onderdeel van het programma. We versterken hiermee kennis en vaardigheden op het gebied van ondernemerschap. We onderzoeken of we het incubator-programma in de toekomst uit kunnen breiden. Naar meer deelnemers en naar verschillende varianten, gericht op verschillende fases van ontwikkeling (start-up, scale-up) of op specifieke doelgroepen en thema’s. Zo blijkt er ook onder festivals veel behoefte aan dit soort programma’s. En naar een goede basis van publieke en private middelen. Want er staan nog zoveel mooie culturele initiatieven klaar om ontwikkeld te worden."

Hoe zorgen we volgens jou voor meer kansen voor innovatie in de cultuursector?

“Voor mij ligt een belangrijke sleutel bij de meerwaarde van cultuur voor de samenleving. Cultuur vormt een fundament. Het is veel meer dan alleen maar iets leuks voor erbij. Maar dat moeten we wel blijven vertellen en aantonen. Dat zorgt voor draagvlak, vertrouwen. Niet alleen bij fondsen en overheden, maar ook in de samenleving. En dat leidt tot nieuwe ontwikkel- en financieringskansen. Draag de meerwaarde van wat je doet uit. Pro-actief, zodat niemand de waarde en impact van cultuur ooit nog kan vergeten.”

Lees ook het artikel over digitale verdienmodellen