Ervaringsverhaal Jólan van der Wiel exposeert in Scheepvaartmuseum
Begin 2017 was de expositie Tropic City te zien in het Scheepvaartmuseum, van de hand van kunstenaar Jólan van der Wiel. Hij vertelt over zijn plannen, visie en financiële behoeftes - onder meer over de Amsterdamse cultuurlening die hem hielp de tentoonstelling te verwezenlijken.
Jólan studeerde in 2011 af aan de Rietveld Academie als designer. De natuur is een rode draad door zijn werk. “Vanwege mijn hang naar zingeving en naar duurzaamheid, en het bewandelen van nieuwe wegen in kunst- en productdesign, werd ik iedere dag meer gefascineerd door de natuur en hoe ze van invloed is op ons bestaan.”
Magnetische kunststof
Zo ging hij tijdens een van zijn eerste projecten aan de slag met de werking van materialen binnen magnetische velden. “Ik ontwikkelde een magnetische kunststof, die ik vloeibaar in een machine met grote magneten stopte. Die machine ‘goot’ de stof elke keer tot andere vormen. De objecten die eruit kwamen, gebruikte ik als krukjes, stoelen of ander meubilair.”
Voor Tropic City nam hij de opwarming van de aarde als uitgangspunt. In welke extreme omstandigheden kunnen we terechtkomen? “Ik onderzocht verschillen in de omgeving van opgewarmde gebieden. Langzaam maar zeker bedacht ik dat Amsterdam de setting moest worden. Hoe zou de stad eruit zien als het er tropisch zou zijn?” Dat resulteerde in een jungle-achtige installatie, waar de warmte allesoverheersend is, en je tropische vruchten en insecten terugvindt.
Het uitwerken en presenteren van zijn plannen voor de expositie ging voortvarend. De locatie was gekozen en benaderd, de begroting was gemaakt, er was een team van productiemedewerkers en fondsen waren aangeschreven. “Van het Amsterdamse Fonds voor de Kunst, het Fonds Kwadraat en het Stimuleringsfonds kreeg ik een bedrag toegekend.”
Amsterdamse cultuurlening om het project af te ronden
Pas in de laatste fase klopte Van der Wiel aan bij Cultuur + Ondernemen. “Hoe verder we kwamen in de uitwerking van het plan, hoe beter we konden zien wat we nog nodig hadden en op welke termijn onze financiën minder toereikend zouden zijn. Om het project af te ronden, heb ik een Amsterdamse cultuurlening afgesloten. Zo kon alles wat we bedacht hadden ook echt doorgaan.”
“Omdat de lening best hoog was, vond ik het allemaal nogal spannend. De productie was vrij intensief, we werkten er met ruim tien man aan om het voor elkaar te krijgen. Op de expositie had ik mezelf enkele doelen gesteld, waaronder publiciteit genereren, publiek op de been brengen en het gesprek met ze aangaan. Dat is allemaal bijzonder goed gelukt; er is veel publiciteit geweest rondom de tentoonstelling. En die heeft het bewustzijn van het publiek dan weer verder aangewakkerd.”
“Achteraf gezien zijn we er financieel ook goed uitgekomen, al is er van mijn andere doel - werk verkopen - minder terechtgekomen dan ik had gehoopt.” Wel heeft het project geleid tot een nieuwe tentoonstelling in het Boijmans van Beuningen in Rotterdam. “Daarvoor ben ik weer aan het ontwikkelen. Ik wil de installatie nog extremer maken, een nog verwarrendere aantrekkingskracht creëren.”
Ambitieuze doelstellingen
Voordat Jólan aan de Rietveld Academie begon, studeerde hij Economie. Naast creatief werken is zakelijk denken hem dan ook niet vreemd. “Hoe kan ik groter worden en meer investeringen terugverdienen? Dat zijn ook dingen waar ik de afgelopen jaren veel mee bezig ben geweest.”
“Ik ben als creatief ondernemer echt ambitieus met mijn zakelijke doelstellingen. Gelukkig heb ik op de academie niks geleerd over ondernemerschap. In je korte tijd daar moet je volgens mij zoveel mogelijk met ontwerpen en creëren bezig zijn. Later heb je dan weer meer tijd voor de randvoorwaarden.”
Wie een cultuurlening verkrijgt, moet die ook weer terugbetalen.
-
Stuur een e-mail naar Thijs Mullink thijs@cultuur-ondernemen.nl
-
Stuur een e-mail naar Ingrid Pendavingh ingrid@cultuur-ondernemen.nl