Skip naar content
Skip naar content

Interview Een nuchtere blik op lenen in de cultuursector

Een lening aangaan als kunstenaar of culturele organisatie: is dat verstandig? Ondanks de vele goede voorbeelden uit de sector, krijgen we deze vraag vaker bij Cultuur+Ondernemen. En dat terwijl lenen juist een goed onderdeel kan zijn van de financieringsmix. Bovendien kan het een boost geven aan je ondernemerschap. Adviseur Alexander Ramselaar legt uit hoe dat zit.

Bedrijfseconoom Alexander Ramselaar heeft ruim twintig jaar ervaring in het bedrijfsleven. De laatste jaren focust hij zich vooral op financierings- en vastgoedvraagstukken in de kunst- en cultuursector. Hij is als adviseur aan Cultuur+Ondernemen verbonden.

In de cultuursector staat intrinsieke motivatie voorop. Geld is hier een middel en geen doel. Dat treft me. En daarom besloot ik me jaren geleden volledig op deze sector te richten.

Lenen is in de cultuursector nog lang niet zo bekend als in het bedrijfsleven. Hoe komt dat, denk je?

“Nederland heeft een goede culturele infrastructuur. Maar de sector is, onder andere als je kijkt naar cultuurbeleidsplannen, erg op geefgeld georiënteerd. De focus ligt al snel op subsidies en fondsen. De laatste jaren komt daar het genereren van eigen inkomsten bij. Onbekend maakt onbemind. En dat terwijl andere financieringsmiddelen, zoals leningen, juist nieuwe kansen en mogelijkheden kunnen bieden voor kunstenaars en creatieven.”

Kun je iets meer vertellen over de kansen en mogelijkheden die lenen de sector biedt?

“Voorop staat dat het de kans biedt te investeren in een culturele onderneming of project. Door de aanschaf van middelen, of om zaken voor te financieren. Lenen geeft daarbij een bepaalde vrijheid. Natuurlijk, het betekent een verplichting aangaan. En een financier zal vast verlangen dat het geleende geld daadwerkelijk aan het vooraf besproken doel wordt besteed. Maar hoe dat verder gebeurt, is aan de leningnemer zelf. Het enige dat je zeker moet stellen is dat de lening binnen de afgesproken termijn wordt terugbetaald. Achteraf verantwoording afleggen over al dan niet behaalde doelen en criteria hoeft niet. Niemand bemoeit zich met de artistieke kwaliteit van een plan. Dat kan erg prettig zijn."

Meer weten over de overwegingen bij het aangaan van een lening? Eefje Korsten, expert op het gebied van financieren, licht ze toe.

"Wat we daarnaast zien is dat lenen echt iets doet met het ondernemerschap van het individu en bij culturele organisaties. Fondsen en subsidieverstrekkers maken bekend wat hun doelstellingen, criteria en besluitvormingsprocessen zijn. Andere financiers doen dat niet of minder, en dat maakt het complexer en spannender, maar het biedt ook meer mogelijkheden. Anders dan bij een aanvraag bij een fonds of subsidieverstrekker dwingt lenen je in feite buiten je praktijk of onderneming te stappen, en naar het geheel te kijken: de vent, de tent, de cent. Dus: ondernemer, onderneming en inkomende en uitgaande geldstromen. En dat levert vaak inzichten op waar je de rest van je ondernemerschap nog profijt van hebt.”

Anders dan bij een aanvraag bij een fonds of subsidieverstrekker dwingt lenen je in feite buiten je onderneming te stappen, en naar het geheel te kijken.

Wanneer is lenen een goed idee?

“Het allerbelangrijkste is dat er vertrouwen is dat het geleende bedrag terug kan worden betaald, ook wanneer het wat minder gaat of niet verloopt zoals gedacht. Zo kan lenen een goede optie zijn wanneer de kosten voor de baten uitlopen. Er is al een toezegging van een sponsor, fonds of klant, maar uitbetaling volgt pas later. Dat gat kun je heel goed overbruggen met een lening. Of voor de aanschaf van middelen waarvan je verwacht dat ze zich later zeker terug zullen betalen. Stel dat in je digitale camera set of je IT aan vervanging toe zijn of je wil investeren in een 3D-printer. Op basis van trackrecord en toekomstverwachtingen overtuig je een financier dat dit uit je exploitatie gedekt kan worden. Zorg voor een overtuigend verhaal. Naar de financier, maar vooral ook voor jezelf."

Hoe zorgen we voor een overtuigend verhaal?

"Een lening is per definitie complementair aan andere financieringsmiddelen. Het is daarom belangrijk eerst de aard van de financieringsbehoefte te classificeren. De behoefte aan lenen komt altijd voort uit iets anders. Tijdens adviesgesprekken pellen we dat af: wat is de financieringsbehoefte, is lenen daarbij een passend en haalbaar antwoord en hoe overtuigen we een financier van het plan en de terugverdienmogelijkheden? Welke opties zijn er om op terug te vallen, voor als zaken toch anders lopen dan voorzien? Als zo de ambities, de eigen positie en capaciteiten als ondernemer, het actieplan en alle verschillende financierings- en inkomstenbronnen op een rij zijn gezet, komen we tot een sterk verhaal.”

Het is belangrijk eerst de aard van de financieringsbehoefte te classificeren. De behoefte aan lenen komt altijd voort uit iets anders.

Zijn er ook situaties waarin men beter niet kan lenen?

“Belangrijk is dat je het voor jezelf goed moeten kunnen beredeneren en onderbouwen. En het moet goed voelen, want ja, dingen kunnen anders lopen dan vooraf gepland. Het geeft vertrouwen als er dan een plan B is of een buffer om op terug te vallen. Over het algemeen zien we nu dat leningnemers de wat rijpere ondernemers zijn. Zij hebben al zelfvertrouwen opgebouwd in hun eigen kunnen.”

Wat zeg jij tegen culturele organisaties die huiverig zijn om te lenen?

“Dat lenen uiteindelijk helemaal niet zo spannend is. Misschien heeft iemand zelf ook wel een lening, bijvoorbeeld in de vorm van een hypotheek. Daaruit spreekt ook vertrouwen in de toekomst. Benader een lening vanuit datzelfde perspectief. Lenen is net zo goed een onderdeel van de financieringsmix, als een bijdrage van een fonds of subsidie en de eigen inkomsten. Je moet steeds goed kijken naar de aard van de financieringsbehoefte en daar de juiste financieringsvorm bij selecteren.”

Financieringsmix
Voor de financiering van een project (of een fase daarbinnen) is één financieringsbron meestal niet genoeg. Hiervoor zal een mix van financieringsbronnen aangeboord moeten worden. Vaak is dat zelfs een vereiste. Een fonds- of subsidieverstrekker kan bijvoorbeeld vragen om een percentage aan eigen inkomsten voor de financiering van het project. Vaak gaat het hierbij om een percentage van 20 procent of meer. Zorg er dus voor dat uit het dekkingsplan van de begroting duidelijk blijkt hoe de financieringsmix eruit ziet, door een onderscheid te maken tussen inkomsten uit subsidies en donaties en eigen inkomsten. Beide categorieën kunnen uit meerdere financieringsbronnen bestaan.

Wat is de invloed van de huidige situatie rond corona op lenen?

“Veel van wat hiervoor gezegd is, blijft hetzelfde. Het biedt als financieringsbron nog steeds dezelfde kansen en mogelijkheden als voor de corona-crisis. De toekomst is minder zeker geworden. Dat kan een ander licht werpen op de afweging die iemand maakt. Maar er worden ook nieuwe leenvormen aangeboden, zoals de Cultuur Vermogen Lening en de Cultuur Opstart Lening. Die zijn speciaal in het leven geroepen om individuen en ondernemingen in de cultuursector in deze tijd op weg te helpen. Belangrijk is dat iemand er zelf vertrouwen in heeft en houdt. Dat ondernemers voor zichzelf kunnen beredeneren dat een lening nu toch een goede, noodzakelijke zet is, die past bij de bestaande financieringsbehoefte. Durf daarvoor ook naar de verdere toekomst te kijken. En een overtuigend verhaal zoals hiervoor al genoemd - naar jezelf en naar de financier – blijft van groot belang.”

Theatermakers Erik van Trommel en Gert-Jan van den Ende (bekend van Ernst & Bobbie) ontvingen de eerste Cultuur Opstart Lening.

Wat maakt een Cultuur Opstart Lening interessant? Antwoord op veelgestelde vragen.

Waar kunnen organisaties terecht voor advies over lenen en andere financieringsmiddelen?

Raadpleeg eerst de Culturele Financieringswijzer. Zo sorteer je al voor op de mogelijkheden die er voor jullie financieringsbehoefte zijn. Als je daarna vragen hebt over wat je het beste kunt doen in jullie situatie, is het een goed idee om een extern adviseur in te schakelen. Dat kan ook via Cultuur+Ondernemen, met een kosteloos oriëntatiegesprek.