Radstake: 'We hadden de financiering voor 'De meisjes van de Kapsalon' rond via fondsen, geraamde opbrengsten en eigen inkomsten. Veel van die fondsen betalen alleen pas uit aan het einde van de tour. In mijn rol als zakelijk leider van Cinecrowd was ik al bekend met Cultuur+Ondernemen. We zijn naar ze toegestapt om een Amsterdamse Cultuurlening aan te vragen.'
'Banken? Dat hebben we niet geprobeerd. Dit soort bedragen zijn voor hen te miniem, en de hoge rente die ze vragen past niet bij het kleine risico dat er is. De aanvraag van de Cultuurlening ging vlot, we zijn er goed doorheen geleid. We moesten vooral veel contracten en toezeggingen aanleveren. Zelfs de vakdiploma's van spelers, dat was wel opmerkelijk.'
'Er moet een bus gehuurd, een technicus, er moet worden gegeten, de spelers moeten worden betaald: dat kost allemaal geld tijdens de tour. Dat zijn dingen waar we de lening voor hebben gebruikt. Ook hadden we een financieel gat te dekken tijdens de repetitieperiode.'
'Ik kan niet in de portemonnee van andere gezelschappen kijken. Maar ik weet dat het de sfeer en kwaliteit van een productie niet ten goede komt als je je mensen niet op tijd kunt betalen. De rente van deze lening is dermate laag, en het voordeel dus navenant hoog. Voor drie procent rente koop je als het ware een hoop rust.'