Skip naar content

Dossier Eigen vermogen

Eigen vermogen maakt je praktijk of organisatie weerbaar. Je kan een stootje hebben als het eens wat minder gaat. Je zou het kunnen zien als een buffer, een spaarpotje om tegenslagen te kunnen opvangen of het hoofd te kunnen bieden aan onvoorziene omstandigheden. Ook is eigen vermogen van belang als je investeringen wilt doen die een onzekerheid of risico in zich dragen. Hoe ontstaat eigen vermogen? Hoe kijken financiers ernaar? En zijn het altijd contanten? In dit dossier alles wat je (minstens) moet weten over deze geldbron.

Wat is eigen vermogen?

Je zal vast wel eens van de term ‘eigen vermogen’ hebben gehoord. Misschien als je de jaarrekening doorbladerde van je onderneming of culturele organisatie. Of dat je boekhouder of accountant er eens over begonnen is. Of dat je het tegenkwam in recente berichten over de pandemie, waarbij steeds gesproken wordt over de beperkte weerbaarheid van de cultuursector.

Wat is eigen vermogen nu precies? In essentie is eigen vermogen het saldo van de bezittingen (‘activa’) en schulden (‘passiva’) van je eigen onderneming of organisatie.

Pak de jaarrekening er eens bij, dan zie je links op de balans je bezittingen, zoals inventaris, vorderingen en banksaldo. Rechts onder je schulden, zoals leveranciers of de Belastingdienst. Het saldo van je bezittingen minus schulden staat rechtsboven in de balans, je eigen vermogen.

Het eigen vermogen is een goede graadmeter van de financiële gezondheid van je onderneming of organisatie. Het laat zien dat je onderneming of je organisatie aan de reguliere financiële verplichtingen kan voldoen, ook als het eens tegen zit.

Naast dat eigen vermogen een appeltje voor de dorst kan zijn, is het ook van belang als je investeringen wilt doen die een onzekerheid of een risico in zich dragen. Je verwacht dat het goed gaat uitpakken, maar zeker is dat niet. Mochten je verwachtingen niet uitkomen en levert je investering geen geld op, dan kan het een geruststellende gedachte zijn dat je weet dat je een tegenvallend resultaat kan opvangen met je eigen vermogen.

Hoe ontstaat eigen vermogen?

Of je nu een eigen onderneming start of een culturele organisatie, het eigen vermogen bij aanvang is nul! Eigen vermogen groeit aan doordat er in een kalenderjaar een positief resultaat (winst) wordt geboekt, dus dat er meer inkomsten zijn dan kosten. Het positieve saldo kan als het ware worden gereserveerd voor de toekomst. Maar eigen vermogen kan ook afnemen door een negatief resultaat (verlies), dus als er in een jaar meer kosten zijn dan inkomsten.

Eigen vermogen kan ook op andere manieren toenemen of afnemen. Vaak wordt er bij de start van een onderneming of organisatie een bedrag ingelegd door de oprichter, bijvoorbeeld doordat je zelf vanuit privé-middelen een bedrag beschikbaar stelt aan je onderneming. Dit om bijvoorbeeld investeringen te doen in een laptop, een website of dat je onderneming voldoende banksaldo (liquiditeit) heeft om op tijd rekeningen te betalen. Ooit zal je dat geld wel terug willen hebben. Je zou kunnen zeggen dat je onderneming een schuld aan jou in privé heeft.

Voor organisaties zijn er soms oprichters (founding fathers, aandeelhouders) die geld aan een initiatief ter beschikking stellen. Vaak worden er dan afspraken gemaakt of het geld wel of niet in de toekomst moet worden terugbetaald.

Kan eigen vermogen ook worden opgenomen?

Eigen vermogen kan ook worden onttrokken uit een onderneming of organisatie.

Eenmanszaak

Ben je zelfstandig ondernemer dan onttrek je salaris uit je eenmanszaak. Je moet tenslotte ook leven. Je doet dan privé-opnames en hevelt geld over van de onderneming naar privé. Daarmee verlaagt het eigen vermogen van je onderneming.

Onderneming

Misschien heb je weleens van dividenduitkeringen gehoord, dat er aan aandeelhouders geld wordt uitgekeerd. Meestal wordt een besluit daartoe op de jaarlijkse vergadering van aandeelhouders voorgesteld door het bestuur van de onderneming, waarbij er goed gekeken wordt of er nog wel voldoende eigen vermogen is om de continuïteit van de onderneming te waarborgen. Vaak op het moment dat de jaarrekening wordt gepresenteerd en vastgesteld.

Stichting

Bij een stichting ligt dat weer anders, want een stichting heeft geen aandeelhouders. Bij een stichting zou wel besloten kunnen worden om een deel van het jaarlijkse resultaat te bestemmen voor een bepaald doel, in lijn met de hoofddoelstellingen waar de stichting voor staat. Meestal gebeurt dat ook op de jaarlijkse vergadering waar de jaarrekening besproken en vastgesteld wordt. Ook hier zal het bestuur van de stichting kijken of de continuïteit van de stichting niet in gevaar komt.

Kan een eigen vermogen negatief zijn?

Ja, dat kan! Dat zal doorgaans niet ontstaan doordat eigenaren privé-opnamen doen, dividend onttrekken of een bestuur besluit een (te) groot bestemmingsfonds te creëren. Want, dan is de continuïteit van de onderneming of organisatie in het geding. Er is dan onvoldoende buffer voor tegenslagen. Er bestaan zelfs regels voor waaraan een bestuur zich moet houden.

Een negatief eigen vermogen ontstaat doorgaans doordat de onderneming of organisatie wordt geconfronteerd met tegenslagen, resulterend in verliezen. Als die verliezen zodanig groot zijn dat het eigen vermogen dat niet meer kan dragen, dan zal het eigen vermogen negatief worden.

Vaak is er dan wel wat aan de hand. De onderneming of organisatie moet dan op andere financiers leunen voor haar continuïteit. Dat kunnen zeer weloverwogen afspraken met financiers zijn, zoals bij een startup, maar het is doorgaans een signaal om goed te kijken of een onderneming of organisatie in de basis wel gezond is.

Doe eens een zogenaamde stresstest, want hoe weerbaar is je praktijk, onderneming of organisatie eigenlijk? Werk een paar scenario’s uit en reken door wat de gevolgen zijn. Bespreek hoe je accountant daar tegenaan kijkt of je toezichthouders.

Andere woorden voor eigen vermogen

Tot nu toe wordt er gesproken over eigen vermogen. Maar er zijn ook andere woorden in gebruik die eigenlijk hetzelfde bedoelen.

  • De term weerbaarheid viel al. Je zou weerbaarheid kunnen zien als een bredere blik op de financiële gezondheid van een onderneming of organisatie. Hoe weerbaar ben je? Doorgaans zal er eerst worden gekeken naar het eigen vermogen, maar het is verstandig met een bredere blik naar de balans van een onderneming of organisatie te kijken. Bijvoorbeeld of er voldoende reserveringen of voorzieningen zijn getroffen. Of dat je veel financiële verplichtingen hebt waar je niet makkelijk vanaf kan, mocht het eens tegen zitten.
  • Het komt wel eens voor dat een financier middelen uitleent in de vorm van een achtergestelde lening of achtergesteld vermogen. Dat mag doorgaans gezien worden als eigen vermogen. Een financier verklaart dan in feite dat het ingebrachte geld ‘achtergesteld’ wordt ten opzichte van andere financiers, zoals bijvoorbeeld een bank of leveranciers. Er is wel een verschil. Een financier van achtergesteld geld zal eerst afgelost willen worden, voordat er geld uit eigen vermogen opgenomen mag worden door de eigenaar of aandeelhouder(s) van bijvoorbeeld een onderneming. Vaak wordt dat vastgelegd in een overeenkomst.
  • Veel organisaties vormen bestemmingsreserves, bijvoorbeeld voor onderhoud aan het pand waarin ze zijn gehuisvest of een programma dat ze willen ontwikkelen of uitvoeren. Is dat eigen vermogen? Nee, in essentie niet, immers de reserve is bestemd voor een bepaald doel waaraan de organisatie het wil besteden. Maar als er nood aan de man is, zou een organisatie wel anders kunnen besluiten. Dat zijn vaak complexe trajecten, waarbij soms ook derden bij betrokken zijn.

Misschien heb je ook wel eens gehoord van voorzieningen. Deze vallen zeker niet onder het eigen vermogen. Vaak worden die gevormd voor een risico dat je op de onderneming of organisatie ziet afkomen, een voorziening voor oninbaarheid van debiteuren - je verwacht dat een debiteur niet gaat betalen, dus voorzie je het - of een claim.

Hoe kijken verschillende financiers naar eigen vermogen?

Financiers vinden het belangrijk dat je tegen een stootje kan. Zij hebben daarvoor rekenregels ontwikkeld, zogenaamde kengetallen om dat te beoordelen op basis van de jaarrekening.

Een veel gebruikte term in dat kader is solvabiliteit, ‘hoe solvabel ben je?’ In essentie is solvabiliteit een verhoudingsgetal dat wordt berekend als je eigen vermogen / totaal vermogen (balanstotaal) * 100%. Hoe hoger het getal, hoe beter de solvabiliteit is, wordt doorgaans geredeneerd. Banken bijvoorbeeld vinden dat belangrijk.

Maar een subsidieverstrekker kijkt daar weer anders tegen aan. Eigen vermogen wordt mede opgebouwd uit positieve resultaten van de onderneming of organisatie. Dan stellen subsidieverstrekkers al gauw de vraag of je een subsidie wel nodig hebt? Zij kijken vaker naar de omvang van je omzet en nemen daar een percentage van, waarvan ze vinden dat je dat als buffer zou moeten hebben om tegenslagen op te vangen.

Is eigen vermogen altijd contant geld?

Dat zou aan te bevelen zijn. Zou je een negatief resultaat in een jaar hebben, dan weet je dat je het kan opvangen. Maar de praktijk is vaak anders. Je onderneming of organisatie kan bijvoorbeeld een naar verhouding flink eigen vermogen hebben, maar mogelijk is dat geïnvesteerd in een gebouw of investeringen zoals inventaris, een auto of een verbouwing. Met andere woorden, het eigen vermogen zit daarin vast. Dat betekent dat je eigen vermogen niet liquide is, maar pas liquide kan worden als je je pand of investeringen verkoopt. Dat zijn vaak ingrijpende beslissingen en in tijden van nood realiseer je nooit de goede prijzen.

Kortom, het is belangrijk te kijken of je over voldoende liquiditeiten beschikt mocht het eens een keer tegenzitten.

Is het eigen vermogen in de jaarrekening de exacte weergave?

Ja en nee. Ja, dat zou wel moeten, je wil namelijk dat derden die naar je jaarrekening kijken, zoals financiers, een zo getrouw mogelijk beeld krijgen van waar de onderneming of organisatie staat. Accountants bijvoorbeeld moeten zich wat dat betreft houden aan strenge regels.

Het kan zijn dat een onderneming of organisatie beschikt over stille reserves, bijvoorbeeld een pand is meer waard dan waarvoor het in de boeken staat. Of je zou je praktijk of onderneming kunnen verkopen. Niet dat je een voornemen hebt te verkopen, maar in feite is je onderneming of organisatie, afhankelijk van hoe je dit waardeert en presenteert in de jaarrekening, rijker dan de lezer zou vermoeden.

Een voorbeeld

Ondanks de pandemie lukte het De Graaf & Cornelissen Entertainment haar bedrijfsvoering gezond te houden én om plannen te smeden voor de toekomst. Hoe? Lees het in dit gesprek met zakelijk directeur Ruud de Graaf