Skip naar content
Skip naar content

Interview Zakelijk Bekeken - Interview met componist Michel van der Aa over investeren in het experiment

In de zomer van 2019 gooide componist Michel van der Aa hoge ogen met zijn werk 'Eight', een virtual reality opera-installatie. Hoe weet hij zulke grensverleggende, experimentele projecten tot een (zakelijk) succes te brengen? Hij vertelt erover in deze aflevering van de interviewreeks 'Zakelijk Bekeken'.

Als je componist Michel van der Aa vraagt of hij zichzelf ziet als cultureel ondernemer, klinkt eerst een stilte. Na een lichte zucht antwoordt hij: "Ik ben een kunstenaar en voortdurend met nieuwe inhoud bezig. Maar om als maker succes te hebben en je werk te laten landen, móet je wel ondernemen. Dat hoort er nu eenmaal bij."

Portret Michel van der Aa
Michel van der Aa


Veel zakelijke werkzaamheden besteedt Van der Aa uit. Hij heeft een uitgever en een agent in Londen die zijn werk internationaal aan de man brengen. Zijn eigen stichting Double A neemt veel van de productie uit handen. Maar het - volgens hem - belangrijkste aspect van cultureel ondernemen doet hij zelf: “Het gaat vooral over enthousiasmeren, andere partijen deelgenoot maken, zodat zij net zo hard gaan lopen als jij. Dan gaat het vliegen. Daar ben ik goed in.”

Laat zien wat je aan het doen bent

In de zomer van 2019 werd zijn project Eight, een installatie met opera en virtual reality, met lovende kritieken ontvangen. Uitgerust met VR-bril en koptelefoon gaan bezoekers één voor één een ruimte binnen waar ze fysieke en virtuele objecten kunnen manipuleren. Het werk is kenmerkend voor Van der Aa's multimediale en grensverleggende oeuvre.

“Tijdens het testen van Eight nodigden we potentiële opdrachtgevers uit om te komen kijken.” Zo sleepte hij grote opdrachtgevers binnen als het Helsinki Festival en het Beijing Festival. “Zo’n project is moeilijk uit te leggen via de telefoon, je kunt veel beter laten zien en horen wat je aan het doen bent.”

Om iets te kunnen laten zien, moet je wél eerst investeren en dat is best spannend. “Als maker moest ik eigenlijk mijn hele financiering al rond hebben, nog voordat ik onderzoek kon doen.” Van der Aa moest bijvoorbeeld de technici kunnen betalen die de VR-installatie ontwikkelden. “Als ik dat had gedaan door eerst opdrachtgevers te zoeken, had ik hen niets kunnen laten zien. In zekere zin loop je altijd een beetje achter de feiten aan.”

Je cookievoorkeuren staan het helaas niet toe om deze video weer te geven. Accepteer marketing cookies om de video te bekijken.

Grenzen opzoeken

Dat Eight niet direct een massaal publiek bereikt- er kan immers maar één per persoon tegelijk naar binnen- maakte het lastig subsidie aan te vragen. “Subsidiënten kijken vaak naar het aantal bezoekers.” Als grensverleggende kunstenaar loopt hij vaker aan tegen hokjesdenken, dan krijgt hij bijvoorbeeld de vraag: is het nou muziektheater of een beeldendekunstinstallatie? “Ik ga de grenzen over maar daar zijn subsidiënten nog niet klaar voor, daar zou wel eens anders naar gekeken mogen worden.”

Gelukkig kon hij het private fonds Gieskes-Strijbis overtuigen dat vernieuwing in de muziek tijd vraagt om te onderzoeken. “Als daar geen geld voor is, ga je risico’s uit de weg, terwijl ik juist goed ben in risico’s en grenzen opzoeken. Gaandeweg ging het bijvoorbeeld technisch anders dan we van tevoren dachten. Hadden we geen geld gehad, dan was er paniek uitgebroken. Die manier van werken is verlammend.”

Avontuur aangaan

Zijn beste advies aan jonge makers: omring jezelf met mensen die dezelfde drive hebben en bereid zijn het avontuur aan te gaan. Ja, dat kost in eerste instantie veel (eigen) tijd en energie, maar als het lukt, kun je daarmee momentum creëren.

Van der Aa realiseert zich ook dat beginnende componisten het nu veel moeilijker hebben dan hij destijds. “Toen ik begon, waren er wel tien ensembles die graag jonge componisten een kans wilden geven. Er is veel wegbezuinigd, zoals broedplaatsen en productiehuizen die de vruchtbare grond waren voor jonge makers en waar ruimte was voor experiment.” Die onderlaag voor beginnend kunstenaars is volgens hem ernstig verzwakt.

Het is een van de redenen waarom hij zelf graag met jonge makers werkt. Zo vroeg hij voor Eight bewust jonge dramaturgen en VR-ontwerpers die net van de universiteit kwamen. “Bij hen zit een enorme drive. En ja, ook zij investeerden veel eigen tijd in het project, maar nu het eenmaal een succes is, krijgen ze er veel promotie voor terug. Dat werkt als een vliegwiel.”

Still foto uit 'Eight', virtual reality opera van Michel van der Aa
Still foto uit 'Eight', de virtual reality opera van Michel van der Aa

Doodlopende stegen verkennen

Twee derde van zijn inkomsten verdient de componist met opdrachtgevers en samenwerkingen, de rest komt van fondsen en subsidies. Die laatsten zijn onontbeerlijk voor die eerste, risicovolle fase van een project. “Eight hebben we alleen kunnen ontwikkelen door eerst behoorlijk research and development te doen. Voordat het een succes kon worden, moesten we goed kunnen experimenteren en problemen tackelen.”

Om zichzelf te kunnen blijven ontwikkelen als maker, heeft Van der Aa bij elk project zo’n fase nodig waarin hij de vrijheid heeft om te onderzoeken. “Als je het niet doet, wordt je creatieve ruimte steeds kleiner. Dat avontuur is onlosmakelijk verbonden met mijn werk. Daar zit natuurlijk wel een groot financieel risico aan vast, dat je moet weten af te dekken.” Dat is waar subsidies belangrijk voor zijn, meent de componist.

Op dit moment werkt hij aan een nieuwe opera. “Ik ben nu weer in die fase dat we nog moet ontdekken hoe het allemaal moet. Dat is elke keer weer spannend. Je moet eerst drie doodlopende stegen in voordat je de juiste weg hebt gevonden.”